Wat gebeurde er tijdens de straatverboden in Turkije?

Meer lezen van RFG? Doneer via Blendle!

In Turkije woedt al bijna veertig jaar een burgeroorlog tussen Turken en Koerden, die een onbekend, maar zeer aanzienlijk aantal mensen het leven heeft gekost. Weliswaar is gedurende die tijd herhaaldelijk het initiatief genomen tot onderhandelingen om aan dit geweld een einde te maken, maar dat heeft tot dusverre nog nooit tot een duurzame oplossing geleid.

De laatste vergeefse onderhandelingen eindigden in 2015, waarna de strijd opnieuw in volle hevigheid losbarstte. Alleen kwamen dit keer, anders dan tot dusverre, ook de steden in de vuurlinie te liggen. Onder leiding van de Koerdische militanten van de YPS werden in het Koerdische oosten van Turkije in een aantal steden greppels gegraven. Als argument daarvoor werd door de YPS aangevoerd, dat de politie een aantal wijken was binnengevallen en daarbij burgers had gedood; de loopgraven moesten herhaling verhinderen. De Turkse staat heeft daarop zeer scherp gereageerd door met een nieuwe gewapende inval een bloedbad te veroorzaken.

Nadat zij in de desbetreffende steden een straatverbod had ingevoerd, laaide de strijd weer op. YPS-strijders werden in het nauw gedreven en op brute wijze vermoord. Daarna hebben hiervoor verantwoordelijke Turkse soldaten in de sociale media talloze foto’s van lijken van gedode militanten gepubliceerd.

Met de dood bedreigd

Volgens de gegevens van documentatiecentra van de IHD (İnsan Hakları Vakfı) en de TIHV (Türkiye İnsan Hakları Vakfı), twee Turkse stichtingen die zich inzetten voor de mensenrechten, zijn als gevolg van deze gevechten in totaal 523 slachtoffers gevallen, waarvan 171 militairen, politieagenten en boswachters, 195 militanten en 157 burgers. Los daarvan werden de journalisten, die in het conflictgebied werkzaam waren, door de Turkse staat met de dood bedreigd. In Sirnak, een stad in het district Cizre, werd zelfs daadwerkelijk een journalist, Rohat Aktas, door Turkse soldaten gedood, waarna zijn lichaam werd verbrand. Tal van andere journalisten werden gearresteerd, vanwege hun nieuwsberichten in kranten of op de sociale media.

Ook Türfent, een verslaggever van het van overheidswege gesloten persbureau DIHA (Dicle Haber Ajansı), werd na de afkondiging van het straatverbod,vanwege zijn nieuwsberichten over mensenrechtenschendingen in de deelprovincie Yuksekova in 2015-2016 op sociale media met liquidatie bedreigd. Op 13 mei 2016 werd hij in Van door de autoriteiten opgepakt, in een isoleercel opgesloten en vanwege lidmaatschap van de YPS tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld. Wegens ‘recidive’ werd deze straf vervolgens tot 8 jaar en 9 maanden verlengd.

De ‘misdaad’ waarvoor Türfent zo zwaar gestraft werd, bestond uit niet meer dan dat hij als journalist in Yuksekova met YPS-leden in contact had gestaan; zijn interviews moesten als bewijs van zijn misdaad dienen. De aanklacht ging vergezeld van verklaringen die twintig personen ten overstaan van het openbaar ministerie en de politie hadden afgelegd. Die verklaringen bevatten niet veel meer dan de informatie dat Türfent als journalist in Hakkari werkzaam was, dat hij als correspondent van het DIHA fungeerde, en dat hij met zijn camera foto’s had gemaakt. Verder stelden deze getuigen dat de beelden ook in de lokale en nationale pers waren gepubliceerd, en dat Türfent met het nieuws en de foto’s de YPS hielp.

Propaganda voor de YPS

Nadat de journalistieke ontmoeting van Türfent met de YPS- leden, zijn interviews en foto’s, in de officiële aanklacht als bewijs voor een YPS-lidmaatschap moesten dienen, leidde dit contact van Türfent zelfs tot de beschuldiging dat hij, door onderdeel te zijn van de structuur van de jeugdafdeling van de YPS zelfs zelf instructies van de YPS opvolgde. Ook werden zonder nader bewijs allerlei andere, in de sociale media verschenen berichten over mensenrechtenschendingen en sloopacties op het conto van Türfent geschreven, en vervolgens in de aanklacht tegen hem gebruikt, als bewijs van het feit dat hij propaganda voor de YPS zou maken.

In de eerste hoorzitting van verslaggever Türfent hebben echter liefst 13 van de 24 getuigen aangegeven dat zij gemarteld waren en hun verklaring slechts onder dwang hadden afgelegd. Van de overige elf getuigen was er eentje anoniem, terwijl vier anderen in een latere hoorzitting alsnog te kennen gaven dat zij slechts na foltering hun verklaring hadden ondertekend. Hoewel Türfent en zijn advocaat daarmee de betrouwbaarheid van deze verklaringen konden ontkrachten, is Türfent toch door de rechtbank veroordeeld.

Illegale informatie

Het geval van Türfent staat niet alleen. Een maand eerder, op maandag 11 april 2016, was ook Meltem Oktay, die al sinds de afkondiging van het straatverbod vanuit Mardin in het Nusaybin-district verslag deed, na een inval van de politie op haar verblijfadres gearresteerd, om vervolgens op het politiebureau van Mardin te worden ondervraagd en naar de dienstdoende rechtbank te worden overgebracht. Ook zij werd ervan beschuldigd lid te van de YPS te zijn. Omdat zij via haar nieuwsberichten propaganda voor de YPS zou maken, kreeg Oktay van de Tweede Hoge Strafhof van Mardin een gevangenisstraf van 2 jaar en 4 maanden opgelegd.

Het aanhoudingsbevel van Oktay steunde op de verklaring dat zij op een illegale manier aan haar informatie kwam. Als gevolg van het onderzoek door de hoofdofficier van justitie van Nusaybin werd een zes pagina’s tellende aanklacht opgesteld. Daarin stond dat ze in hechtenis was genomen op grond van de vaststelling dat de nieuwsitems over, en de foto’s en beelden van, de bij de operatie betrokken militaire konvooien gemaakt waren vanuit het huis waar ze zich gedurende het straatverbod had bevonden. Daarbij werd beweerd dat Oktay geheime operaties van de YPS had gedecodeerd. Het aangevoerde bewijsmateriaal voor de beschuldigingen bestond uit de verklaringen van negen getuigen, waarvan een aantal anoniem waren of slechts berichtjes in de sociale media behelsden .

Ook Ismail Eskin werd als journalist vanwege een aantal tweets over het straatverbod dat in Diyarbakir was uitgeroepen, over mensenrechtenschendingen gedurende deze periode en over een aantal gebeurtenissen tijdens de aanvallen van ISID in Kobane, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar, 1 maand en 15 dagen. Anders dan de twee anderen, wist Eskin hieraan echter te ontkomen, door kort nadat zijn straf bekend werd naar Duitsland te vluchten.

Beeld: Hilmi Hacaloğlu (via Wikimedia Commons)

Handan Tufan (1990) studeerde aan de Dokuz Eylül University in Izmir, Turkije. Na haar studie begon ze als verslaggever bij de Dicle News Agency, om later over te stappen naar de Jin News Agency. Voor haar werk ontving ze de Gurbetelli Ersoz Women's Journalism Prize.