In deze serie schrijft Salwa Zaher over de reis van Syrië naar Nederland. Met haar ervaringen wil zij Nederlanders laten zien welke dilemma’s ze tegenkomt als statushouder, vrouw, moeder van twee kinderen en Syrische journalist in Nederland. In deze tweede column beschrijft ze hoe moeilijk het voor haar is om in Nederland als journalist te werken.
Mijn werkcoach nodigde mij uit voor een evenement van de Rotaryclub in Haarlem. Zonder aarzeling accepteerde ik deze uitnodiging, omdat ik dacht dat dit goed zou zijn om een netwerk op te bouwen en contact te leggen met werkgevers. Toen ik binnenkwam, stroomde mijn hoofd meteen vol met alle herinneringen aan mijn vorige leven in Syrië. Ik moest ontzettend veel moeite doen om mijzelf sterk te houden. Niemand van de aanwezigen kon zich inbeelden hoe moeilijk het was om naar deze bijeenkomst te komen, met een halve taal en een halve ziel.
Met een paar kopieën van mijn keurige cv onder de arm was ik ervan overtuigd dat ik mijn best had gedaan om alles over mijn levenservaring op papier te zetten. Maar in werkelijkheid was mijn cv niet volmaakt. Ik heb niks geschreven over mijn geboorteplaats, waar ik veel van mijn jeugd doorbracht en waar ik het alfabet leerde. Ik heb niks geschreven over Latakia wat een van de mooiste steden aan de Middellandse Zee is.
Latakia heeft een unieke en natuurlijke afwisseling aan landschappen. De kust en de groene bergen, bedekt met grote bomen, liggen prachtig langs het strand. Naast de wonderlijke schoonheid is Latakia ook een historische havenstad in West-Syrië. De haven lijkt een grotere uitvoering van de haven van Haarlem waar ik nu woon. De kleur van de Middellandse zee is zo helder als de hemel. Wanneer ik bij het strand van Zandvoort sta, bewegen onbewust alle mooie beelden uit het verleden voor mijn ogen.
Maar uiteindelijk realiseer ik mij dat ik bij de koude grijze Noordzee sta. Dit maakt mij moe, want mijn ziel blijft daar waar mijn moeder en mijn familie wonen. Mijn lichaam woont echter hier en daar valt niet tegenop te boksen. Ik heb gehoord dat Haarlem veel oude musea heeft, maar ik durf niet te gaan kijken. Latakia heeft veel smalle steegjes, waar twee mensen elkaar nauwelijks kunnen passeren, en veel oude kerken en religieuze heiligdommen uit verschillende historische tijdperken.
De Fenicische stad Oegarit, waar het oudste alfabet is ontstaan, ligt ongeveer zestien kilometer ten noorden van het centrum van Latakia.
In mijn cv schreef ik niks over mijn grootouders met hun vele olijfbomen en allerlei soorten bloemen en druiven die in de bergen groeien. Ik schreef niks over hun geloof, omdat dit gevormd is uit allerlei verschillende overtuigingen. Zij waren de afstammelingen van Abraham, Mozes, Jezus, Mohammed en Ali. Zij waren sterk als rotsen van bergen. Zij wisten niets, behalve over de landbouw. Zij waardeerden de natuur en prijsden het milieu. Zij zagen de natuur als heilige dingen die zuiver en schoon moesten zijn.
Toen ik mijn werkcoach zag, stopte de stroom aan herinneringen en was ik weer in het heden. Ik vroeg aan haar: “Wat ga ik hier doen?”
Zij zei: “Ik ga je bij de aanwezige werkgevers introduceren en dan probeer jij aan hen te vertellen wie je bent en wat voor competenties jij hebt. Wat heb jij gedaan in Syrië? Vertel ze over jouw motivatie en wat voor werk jij zou willen doen.”
Ik keek om mij heen en probeerde de sfeer te begrijpen. Op dat moment stormden de vragen door mijn hoofd: Wie ben ik nu? Wat wil ik bereiken? In feite ben ik een Syrische vrouw die dood en chaos heeft overleefd. Ik heb nu geen echte motivatie, omdat ik geen echt leven heb en geen droom te bereiken heb. Maar ik schaam mij dood want ik krijg bijstand om te leven. Dat maakt mij erg verdrietig.
Ik moedigde mijzelf aan om door te gaan alsof ik een sterke, zelfverzekerde vrouw ben met een mooi cv. Bij mijn eerste poging stelde ik mijzelf voor aan twee goed geklede mannen. Ik zei dat ik een Syrische journalist was en vertelde over mijn werk. Na mijn verhaal gaf ik ze mijn cv. Na een paar minuten wachten zei een van hen: “Ach wat jammer, misschien kan jij niet meer als journalist of redacteur werken”. Ik antwoordde niet. Met elke poging moest ik mijn verhaal herhalen en vertellen dat ik een vluchteling ben en zo graag wil werken.
Bij de laatste poging hoorde ik hetzelfde antwoord, dat het moeilijk is om werk als journalist te vinden. Toen ik thuiskwam huilde ik niet en schaamde ik mij niet, maar heb ik geprobeerd dit artikel te schrijven. Ik heb mijzelf beloofd om weer als journalist te gaan werken. Ik probeer elke dag mijn ervaringen uit te breiden en daaruit een positief gevoel over te houden. Zo kan mijn brein beetje bij beetje nieuwe groeven aanmaken, naast al die negatieve groeven die mijn leven vullen. Ik ga door met mijn overgebleven sprankje hoop die in mijn ziel zit. Ik zal nooit opgeven. Omdat ik de unieke genen van mijn grootouders heb geërfd die zo sterk als bergen waren.
Fotografie: © M. Yazan Al Ghunaimi