Tijdreizen met schrijvers door Jemen en Nederland

In deze serie vertelt Saeed Al-Gariri over zijn ervaringen als vluchteling in Nederland. Reflecties vol humor en poëzie, waarin hij de balans probeert terug te vinden in zijn nieuwe leven.

Ik woon hier al vijf jaar. 25 juni 2014 was mijn eerste dag in het AZC in Ter Apel. Die vijf jaar zijn omgevlogen. Destijds was ik één van de asielzoekers die Nederland binnen stroomden. Er kwamen duizenden asielzoekers uit Syrië en vele andere landen. In de eerste dagen, weken en maanden voelde ik mij eenzaam en verdrietig. De omgeving was vreemd voor mij. Maar ik vond een manier om met optimisme naar de nieuwe situatie te kijken. Het schrijven werd mijn toevluchtsoord.

Wij en zij

Er waren twee persoonlijk voornaamwoorden die ik vaak hoorde. Dat waren ‘wij’ en ‘zij’. Ik dacht altijd dat ‘wij’ en ‘zij’ hetzelfde betekenden. Ik keek naar Nederland met een ander perspectief. ‘Wij’ en ‘zij’ maakten barrières tussen mensen. Daarom koos ik voor de taal en de poëzie. Ik koos voor de kunst van het schrijven: de kern van menselijkheid. De taal was een ruimte die ik mij eigen heb gemaakt. Het was een bijzonder moment toen ik mij realiseerde dat ik hier onbekend was. Wat was dat een leuk gevoel! Met dit gevoel was ik blij: de meeste mensen wisten niet dat ik schrijver, dichter, hoogleraar en kalligraaf was. Ook wisten ze niet dat ik één van de mensen was die protesteerden in mijn land. Een paar dagen voordat ik in Nederland aankwam, stond ik nog tussen de massa’s op de pleinen. Hier in Nederland was ik één van de asielzoekers. Dat was een goede ervaring.

Al Shanfara

Ineens ontstond er een poëtisch idee. In de Arabische literatuur heb ik veel dichters gevonden die vergelijkbare verhalen hebben als ik. Eén van die dichters heet Al Shanfara. Samen met hem ging ik zestien eeuwen terug in de tijd. Al Shanfara verliet zijn stam en samenleving en vertrok naar de Arabische woestijn. Hij woonde samen met wilde dieren, en die waren menselijker dan de mensen. Ikzelf heb ook mijn stam en samenleving verlaten en woon nu in een nieuwe samenleving met mensen die menselijker zijn dan de mensen in mijn vaderland. Ik heb het poëtische masker van Al Shanfara opgezet. Samen zijn wij één persoon geworden. Alle dingen heb ik door zijn ogen gezien. Hij schreef een mooi en lang gedicht over zijn leven met de wilde dieren in de woestijn en ik schreef een bundel over mijn leven met de aardige mensen op het Nederlandse platteland. Met dit poëtisch idee vond ik het nieuwe leven makkelijker te leven.

Poëtische berichten

Ik ben tot op zekere hoogte mijn problemen vergeten. Ik keek ernaar uit om iedere dag met een ander gedicht bezig te zijn. Ik schreef bijvoorbeeld een bericht van Al Shanfara naar Imru al-Qais, de oudste Arabische dichter. Of naar Al Motanabbi, de beroemdste Arabische dichter. Ook schreef ik een e-mail naar de Spaanse schilder Francisco Jose de Goya en ben ik een gesprek gestart met de Zwitserse schrijver Pieter Bichsel over een verdrietig, oud persoon in één van zijn verhalen. Dit was in mijn eerste jaar in Nederland, toen ik voor het eerst Nederlands leerde. Na twee jaar leerde ik hoe ik mijn tweede taal kon verbeteren. Dat begon met schrijven; korte teksten of vertalingen bijvoorbeeld. Beetje bij beetje merkte ik dat mijn niveau verbeterde. Onlangs heb ik een paar Nederlandse boeken gekozen om recensies over te schrijven voor een Arabische krant. Eén van die boeken is: ‘WIJ – ZIJ: gaat de wereld aan narcisme ten onder?’ van narcisme-expert Martin Appelo. Hij laat in dit boek zien hoe de samenleving door narcisme en narcistische woede wordt bedreigd.

Identiteit

Ik heb een tijdje geleden een discutabel boek gelezen: ‘De moorddadige identiteiten’, (Les Identités meurtrières) van Amin Maalouf, een Franse schrijver van Libanese afkomst. Hij dacht aanvankelijk dat identiteit variabel was, maar zijn conclusie was toch dat onze identiteit in eerste instantie ‘menselijkheid’ is en pas daarna nationaal, etnisch of religieus bepaald.

Dankzij mijn levenservaring en contact met verschillende culturen heb ik geleerd wat ik kan doen om mijn stemming te verbeteren. Eén van die belangrijke ervaringen is hoe ik met liefde naar de wereld moet kijken. Met liefde heb ik van positieve gevoelens genoten. Vaak heb ik geen reden om te mopperen.

Beeld: Wikimedia Commons

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Majalla.nl, een online magazine waar schrijvers en journalisten met een vluchtverleden begeleid werden bij het publiceren van artikelen in het Nederlands.

Saeed Al-Gariri komt uit Zuid-Jemen. Hij is geboren op 14 oktober 1962 in Hadramaut. Hij promoveerde in de Arabische taal en literatuur aan Al Mustansiriya Universiteit in Irak en werkte dertig jaar aan de Universiteit van Aden en de Universiteit van Hadramaut. Hij was hoofdredacteur van het literaire tijdschrift en het tijdschrift over cultureel erfgoed van de Schrijversunie in Hadramaut. Daarnaast schreef hij in vele Arabische kranten en tijdschriften, meestal over literatuur, cultuur en politiek. Hij heeft ook vijf boeken in het Arabisch uitgegeven. Inmiddels woont hij bijna vier jaar in Nederland.