De laatste weken is duidelijk geworden dat de regering van Libanon aanstuurt op de terugkeer van een miljoen vluchtelingen naar Syrië. Dit ondanks het feit dat er geen politieke oplossing voorhanden is die een einde aan de oorlog maakt en garanties voor een veilige en waardige terugkeer kan bieden. Integendeel, de plannen voor terugkeer worden gecoördineerd met het regime van Assad, dat de vluchtelingen wil onderbrengen in zogenoemde ‘veilige zones’ onder controle van de regering. Dit beleid zal leiden tot meer onrecht en leed voor mensen die al alles verloren hebben, terwijl het de kans op een duurzame vrede verkleint. Het zou zelfs kunnen leiden tot een nieuwe golf van vluchtelingen naar Europa zoals in 2015.
De Libanese minister van buitenlandse zaken, Gebran Bassil, beschuldigde onlangs de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR ervan mensen die vrijwillig willen terugkeren ’te intimideren om dat niet te doen’. Hij dreigde de UNCHR met maatregelen, terwijl de organisatie niet anders deed dan de inschatting geven dat de huidige omstandigheden een veilige en waardige terugkeer van vluchtelingen naar Syrië niet mogelijk maken. Die inschatting wordt gedeeld door de Europese Unie en zijn lidstaten, en door tal van internationale organisaties.
Ellendige omstandigheden
Die inschatting is ook gebaseerd op de feiten op de grond in Syrië. Duizenden binnenlandse vluchtelingen die uit Ghouta, Homs en andere regio’s naar Idlib en omgeving trokken, verkeren in ellendige omstandigheden. Ze hebben geen woning, er is weinig voedsel en medische zorg bestaat vrijwel niet. Tegelijkertijd gaan het Syrische regime en de Russische strijdkrachten door met luchtaanvallen op dit gebied. Die kosten geregeld onschuldige burgers, onder wie vluchtelingen, het leven. Vorige week vielen bij aanvallen tientallen doden.
Het duidelijkste voorbeeld van wat terugkerende vluchtelingen kunnen verwachten is te vinden in de ‘veilige zones’ die zijn ingericht voor de mensen die uit Oost-Ghouta zijn verdreven. Zij verblijven in provisorische kampen waar mannen, vrouwen en kinderen opeengepakt zitten onder slechtere omstandigheden dan ze ooit hebben gezien. Familie en vrienden hebben sommigen van de vrouwen en kinderen uit de kampen kunnen meenemen, maar niet de mannen. Die moeten blijven om door het regime te worden ‘nagetrokken’. Sommigen zijn naar gevangenissen overgebracht, en velen zouden daar zijn gemarteld of verdwenen. Berichten van zulke gevallen van opsluiting of verdwijning zijn er ook uit andere gebieden, ook van vluchtelingen die terugkeerden naar wat er van hun huis over was.
Terugkeer blokkeren
Een ander risico is de nieuwste aanpassing van de wet op de dienstplicht, die terugkerende mannen tussen de 18 en 42 jaar verplicht om een ‘belasting’ van 8000 dollar te betalen om niet in het leger van het regime te hoeven dienen. Het zal duidelijk zijn dat de overgrote meerderheid van de mensen die nu vanuit Libanon terug zouden moeten er hooguit van kunnen dromen om zo’n bedrag neer te leggen om hun vrijheid te kopen.
Het regime van Assad heeft de laatste jaren een heel web van wetten ingesteld om de terugkeer van vluchtelingen naar hun woonplaats te blokkeren. Wie is vertrokken kan zijn eigendommen kwijtraken, en hele wijken waar tegenstanders van Assad woonden kunnen worden aangewezen voor ‘herontwikkeling’, zoals in mijn eigen stad Homs. Intussen brengt het regime zijn eigen mensen en buitenlandse strijders in deze wijken onder. Deze bewuste aanpassing van de bevolkingssamenstelling maakt de terugkeer van vluchtelingen alleen maar moeilijker, en hindert bovendien de zoektocht naar een kansrijke politieke oplossing van het conflict.
Minimale garanties van veiligheid
Het regime van Assad heeft volgens de Libanese regering aangegeven bereid te zijn terugkerende vluchtelingen op te nemen. De Libanese regering lijkt op zijn beurt bereid deze toezegging zonder meer aan te nemen, terwijl ieder ander die enig onderzoek doet aangeeft dat de omstandigheden verre van acceptabel zijn. Zelfs minimale garanties van veiligheid en waardigheid zijn niet te geven. Het conflict in Syrië heeft onze broeders en zusters in Libanon voor grote beproevingen gesteld. Niemand kan daarvoor zijn ogen sluiten. Maar ons tot terugkeer dwingen is niet de oplossing.
Meer dan 13 miljoen Syriërs, de helft van de bevolking, zijn door de oorlog van hun huis verdreven. Hun lot is tot nu toe besproken en beslist door anderen. Als Syrië uitzicht wil krijgen op een duurzame vrede, zal daarin verandering moeten komen. Wij willen niets liever dan terugkeren naar huis, maar we zullen onze stem verheffen over de minimale voorwaarden voor onze terugkeer: onze veiligheid en waardigheid.