Het is weer vakantie. Een tijd waarin je verplicht bent om je dag te vullen met ‘iets leuks doen’. Ik ben nog niet lang genoeg in Nederland om te kunnen beoordelen of dit iets van deze tijd is of van alle tijden. Maar dat laatste lijkt mij sterk. Ik neem aan dat vroeger ook in Nederland de vakantieperioden minder hectisch waren. Dat men genoegen nam met een paar dagen helemaal niks doen.
Tegenwoordig betekent ‘niks doen’ dat je juist iets moet doen. Je moet je vrije momenten volproppen met visites, dit kopen, dat bezichtigen, zus beleven, zo beproeven, hierin verzinken, daarin verzuipen. Om er vervolgens iets van te vinden. Om te delen en te laten zien dat jij er ook bent. Om anderen jou te laten liken.
Op eerste Paasdag ga ik, als elke andere zondag, naar het kleine, saaie, donkere zwembad in mijn buurt. Het is tien voor negen in de ochtend. Normaal gesproken heb ik dan het zwembad voor mijzelf. Ik kom aan en zie iets wat ik nog niet eerder zag. Een rij voor het zwembad! Een rij met uiteenlopende leeftijden en achtergronden. Ik zie geen bekende van mijn zondagochtendclubje.
Ik roep, ‘is er een actie? Twee mensen zwemmen, één betalen?’ Niemand vindt het grappig. Ik bemerk een lichte stress bij de mensen in de rij. Ze hebben nog veel te doen, nadat ze hier klaar zijn. Het lijkt wel een wedstrijd wie het vandaag het drukst heeft. Ik denk, wat doen jullie hier dan? Het is mooi weer. Normaal gesproken gaan mensen met dit weer naar het bos, naar het strand of fietsen, niet naar een zwembad. Vooral niet naar een zwembad zonder attracties, zonder glijbaan, zonder patat en raketijsjes.
Even twijfel ik of ik echt naar binnen moet gaan.
Ik de hal staan paashazen met mandjes vol chocolade-eieren om ons te verwelkomen. Ik denk; hmm, vandaar! Kinderen moeten met de paashaas op de foto, niet één keer, niet twee keer maar net zolang tot de foto geslaagd is. In de hal staat ook een lange tafel gevuld met plastic eieren, waterverf en kleurplaten van de paashaas. Kinderen kunnen zoveel eieren kleuren als zij wilden. Ik denk weer: hmm, vandaar.
De rij zet zich voort in het zwembad. Wij botsen lachend tegen elkaar. De één zwemt als een dolfijn onder de ander door. Een zeemeerman draait zich om tussen twee banen, de haai neemt stukje van je vel mee. Iemand doet zijn knie-oefeningen in het water. Een koppel denkt dat zij op een verlaten strand op Hawaii zijn. En alsof dit circus nog niet compleet is, springen kinderen er tussenin met een opblaasbare regenboogbal. Ze gillen van vreugde dat ze ontsnapt zijn aan de Paashaas. Ik neem de benen als een vrouw met rollers in haar haren in de jacuzzi begint te zingen.
In de kleedkamer staan meerdere vrouwen die net als ik geen plek hebben gevonden om te zwemmen, te kletsen:
‘Dat is niet te geloven he, kom je even een paar baantjes trekken en tref je dit. En je moet al nog zoveel!’
‘Ik dacht, ik moet even een plekje maken voor alle die chocolade-eitjes die er nog in moeten.’
‘Ja , erg he…’
‘O, kijk! een aanslag in Sri Lanka, dat is erg…’
‘Ik vind dat ze moeten ophouden.’
‘Dat is wraak op aanslag in Nieuw Zeeland.’
‘Ik vind…er waren zoveel mensen in die kerk.’
‘Ja… en kinderen.’
Mobiele telefoons gaan van hand tot hand. Foto’s van de aanslag staan tussen alle hazen en paaseitjes op de sociale media.
Hoe laat werd de aanslag in Siri Lanka gepleegd? Hoe laat ging bij hen, op hun vrije zondag, de wekker? Hoe is het mogelijk dat mensen, op een vroege zondagochtend waarop ze eigenlijk niks hoeven doen, tot op de tanden gewapend de straat op gaan?
Mijn hersenen willen het niet vatten. Alsof ze niet wakker willen worden. Zij hoeven niks te doen. Vandaag is een vrije dag.
Waardeer dit artikel!