Nederland kan Burundi helpen, maar dan moet de regering wel meewerken

Katja Lasseur, speciaal gezant van Nederland voor de Afrikaanse Grote Meren regio (Rwanda, Burundi, Oeganda en Congo), heeft een bezoek van vijf dagen gebracht aan Burundi. Op 5 augustus 2017 had Burundi de eer deze gerenommeerde persoonlijkheid te ontvangen. In de loop van het bezoek kreeg Lasseur de gelegenheid ook het binnenland van Burundi te bezoeken, met als doel een duidelijk beeld te krijgen van de politieke situatie en veiligheid in het land.

Vertaling: Milou Dekkers

Gezien de politieke relatie die momenteel niet zo soepel loopt (zie kader onderaan) is het bezoek door Bujumbura (hoofdstad van Burundi, red.) waarschijnlijk ervaren als een opluchting. Aan de vooravond van dit bezoek overdacht meer dan een de mogelijkheid om de financiële sancties door Nederland op te heffen. Maar men heeft ook in het geheugen dat Nederland, net als de andere landen van de Europese Unie, meer dan duidelijk is geweest over de huidige situatie in Burundi. Er is geen sprake van directe steun aan de Burundese overheid, voordat deze akkoord gaat met een dialoog met de oppositie om een oplossing te vinden voor het huidige conflict.

Bujumbura gaf Katja Lasseur een hartelijk ontvangst. Zij heeft daarop de mogelijkheid gegrepen om het binnenland van Burundi te bezoeken. Een stap die zeer werd gewaardeerd werd door de Burundese autoriteiten, niet het minst door de Burundese ombudsman Edouard Nduwimana. Hij begeleidde de Speciaal Gezant in de provincie Makamba (Zuid Burundi). Een goede strategie van Bujumbura om Nederland, via Lasseur, te laten geloven dat de veiligheidssituatie overál in Burundi goed is.

Voorlopige immuniteit voor radicale tegenstanders – Bujumbura lijkt geïrriteerd

Ondanks de schijn van veiligheid die de afgelopen tijd heerst, blijven er onnoemelijk veel problemen bestaan in Burundi, constateerde de speciaal gezant van Nederland in de Grote Meren regio. Derhalve deed ze een oproep aan de autoriteiten van Burundi om toenadering te zoeken tot de politieke oppositie, momenteel onder internationaal arrestatiebevel, om samen te gaan zitten en een oplossing te vinden voor de crisis die het land doet beven. Een hard en reëel oordeel, maar ook een duidelijke teleurstelling voor de Burundese autoriteiten. Die hadden, gezien de vooruitgang die is geboekt met betrekking tot de mensenrechten, zonder twijfel gehoopt op een betere beoordeling.

Na haar vijfdaagse bezoek aan Burundi, oordeelde Lasseur dat het belangrijk is de binnenlandse dialoog in Burundi onder regionale bemiddeling gaande te houden. “We registreren een duidelijke verbetering van de veiligheidssituatie ten opzichte van het jaar 2015. Maar dat wil niet zeggen dat de dieperliggende oorzaken van de crisis in 2015 in kaart zijn gebracht en opgelost. Ik denk dat het nodig is om de verschillende politieke spelers samen te brengen. Om zo een oplossing te vinden voor de crisis.” De speciaal gezant van Nederland in het Grote Meren gebied hoopt dat de gesprekken snel op gang komen.”Ik heb goede hoop dat [dat gaat gebeuren]. Ik denk dat onze politieke spelers bereid zijn om met elkaar te praten en alle problemen op te lossen om zich zo beter te kunnen voorbereiden op de verkiezingen van 2020″, voegde ze toe.

Om het samen te vatten: de speciaal gezant van Nederland kwam met een harde boodschap. De Burundese autoriteiten hebben slechts één enkele optie, namelijk om een duurzame vrede op te bouwen en te profiteren van de Nederlandse hulp. Een dialoog waarbij alle partijen aan tafel zitten. Inclusiviteit, hét toverwoord volgens iedereen die probeert een bijdrage te leveren aan het oplossen van de crisis die Burundi in zijn greep heeft.

Gaat Bujumbura gehoorzamen?

Op dit punt rijst de vraag. Gaat Bujumbura gehoorzamen en accepteren dat ze aan dezelfde tafel zit als de radicale tegenstanders, waaronder de coupplegers van 2015? Een vraag die moeilijk te beantwoorden is. Maar men zal zich herinneren dat de Burundese president negatief reageerde toen de veroorzaker van het conflict in Burundi voorstelde een tijdelijke immuniteit te verlenen aan degenen die zijn beschuldigd van de couppoging op de “door het volk gekozen machthebbers” in 2015.

Pierre Nkurunziza (president van Burundi, red.) verklaarde dat een dergelijke maatregel niet kan worden genomen met als argument dat het in strijd is met de grondwet die de president van de republiek niet toestaat om tijdelijke immuniteit te verlenen. Volgens hem zou dit kunnen worden geregeld door artikel 171 nr. 1/05 van de wet. Die bevat een herziening van het strafrecht, die slechts de rechter toelaat amnestie te verlenen aan dergelijke personen. Logischerwijs is dit een ontwijkende reactie, gezien het feit dat zelfs de rebellen van de CNDD-FDD (de huidige regeringspartij, red.)  ten tijde van het verzet hebben geprofiteerd van een tijdelijke immuniteit om te praten met de toenmalige machthebbers van Bujumbura.

Zowel nationaal als de internationaal begint men zich dus af te vragen of de binnenlandse dialoog in Burundi geen doodlopende weg is. Sommigen vragen zich af welke kaarten Mkapa, die de onderhandelingen leidt, nu nog resten. Na deze tegenslag waarmee hij werd geconfronteerd, is Bujumbura onbuigzamer dan ooit. Maar omdat de politiek altijd dynamisch blijkt, is er hoop dat de speciaal gezant van Nederland de Burundese autoriteiten heeft kunnen overtuigen van het feit dat een inclusieve dialoog met alle betrokkenen de sleutel is voor het Burundese conflict. Zolang de vervolgde personen nog niet voor de rechter zijn gebracht en veroordeeld voor de wet, kan Burundi’s president zijn beslissing, die in het algemeen landsbelang is, uitstellen.

De partners zitten niet altijd op één lijn

Uiteindelijk is de echte vraag: wat wil de bevolking van Burundi? Is de eerste wens van de bevolking niet leven in vrede met voldoende eten om de honger te stillen? De relatie tussen Nederland en Burundi is gebaseerd op vriendschap en, deels, op de bereidheid van Nederland om Burundi met haar expertise te ondersteunen. Zelfs bij een vriendschappelijke relatie hebben de partners niet altijd hetzelfde belang.
Dat er problemen zijn, is duidelijk. Voor alle partijen is het van belang om altijd open te blijven, het onderlinge contact te behouden en ideeën uit te wisselen om zo samen het spoor van verbetering te vinden. Dit is wat Nederland via de speciaal gezant heeft bereikt. Er gloort ook hoop voor de Burundese bevolking als Nederland de samenwerking weer oppakt. In 2015 is Nederland gestopt met de directe hulp aan de Burundese overheid. Het grootste gedeelte van de Nederlandse hulp aan de bevolking van Burundi bleef echter gehandhaafd.

De hulp van Nederland aan Burundi is van onschatbare waarde. Nederland, als tweede agrarische exporteur ter wereld, heeft een enorme expertise. Dit heeft de hulp van meer dan tienduizend euro voor de transformatie van de landbouw met behulp van kunstmest in 2016 mogelijk gemaakt. En ook de voedselvoorziening in schoolkantines overal in Burundi voor meer dan vijf miljoen euro. Als vrienden schenken de Nederlanders bijzondere aandacht aan de inspanningen die Burundi doet om de huidige moeilijke situatie achter zich te laten en staan ze klaar om zo veel mogelijk hulp te verlenen.

Nederland ondersteunde de professionalisering van Burundi’s defensie- en veiligheidskorps via het DSS-programma. Het DSS-programma was een excellent initiatief van Burundi op het vlak van hervorming van de veiligheidssector. Het is een erg goed programma dat ook vandaag de dag nog wereldwijde aandacht trekt als voorbeeld van wat er moet worden gedaan in termen van samenwerking op het gebied van hervorming van de veiligheidssector. Naast technische ondersteuning heeft Nederland dit programma gefinancierd voor ongeveer 50 duizend euro.

Burundese autoriteiten moeten samenwerking versterken

Sinds 2015 is de situatie moeilijk geweest. Maar de samenwerking bij het DSS-programma is voortgezet. Als gevolg hiervan bleef de dialoog over het bestuur van de veiligheidssector, tussen de verschillende sleutelfiguren in deze sector doorgaan. In 2016, volgend op de beslissing van de Burundese overheid haar deelname aan het bestuursonderdeel op te schorten, zijn de activiteiten van DSS helaas totaal stilgelegd. Een hervatting van deze samenwerking zou zeer welkom zijn voor Burundi.

Het is de taak van de Burundese autoriteiten, in eerste plaats van diegene belast met de diplomatie, om bij te dragen aan het versterken van de samenwerkingsverbanden tussen Nederland en Burundi. Een samenwerking die uitstijgt boven grilligheid van voorbijgaande aard. De hoop van de Burundese bevolking is dat Burundi de huidige situatie achter zich kan laten. Zodat ze kan bijdragen en al haar energie kan stoppen in een effectieve strijd tegen armoede en voor duurzame ontwikkeling.

KADER

De huidige politieke situatie in Burundi begon toen de president besloot voor een derde termijn te gaan, hoewel dit tegen de wet was. Vanaf dat moment kwam de veiligheid in het land in het geding. De oppositiepartijen en verschillende nationale organisaties protesteerden tegen deze beslissing en sindsdien hebben meer dan 400.000 mensen het land ontvlucht om het geweld te ontlopen. Nu dwingt de internationale gemeenschap de regering om te overleggen met de oppositie, om de vrede te herstellen. De regering weigert dit vooralsnog omdat het claimt dat de oppositie betrokken was bij de mislukte couppoging op 13 mei 2015. 

Beeld: World Economic Forum CC-BY SA 2.0 (via Wikimedia Commons)

Jean Marie Bukuru (1979) komt van origine uit Burundi, waar hij studeerde aan de faculteit van Afrikaanse talen en literatuur. Hij werkte als journalist voor kranten, nationale radio en tv en voor persbureaus, voor hij naar Nederland vluchtte. Nu werkt hij als onafhankelijk journalist, onder andere voor RFG Magazine.