25 jaar lang was Stichting ONfile een thuishaven voor gevluchte mediamakers. Begin dit jaar werd de stichting ontbonden. We spraken zes mensen die in de loop der jaren betrokken waren bij ONfile, als bestuurder, medewerker of lid. De interviews werden gepubliceerd in het boekje ‘Het voelde als thuiskomen’ – Een terugblik op 25 jaar ONfile. De komende tijd publiceren we de gesprekken ook bij RFG. In deze eerste aflevering: Ishmail Kamara
“Ik ben een dichter en schrijver uit Sierra Leone. Ik woon nu in Rotterdam, maar ben geboren in Rotain Bana, een klein dorp met ongeveer vijfhonderd inwoners. Mijn geboortedorp ligt ingeklemd tussen de moerasgebieden van het district Kambia en de grens met buurland Guinee. In 2012 ben ik naar Nederland gekomen, ik was toen 22 jaar oud. Ik moest het prachtige land waar ik ben geboren ontvluchten en alles achterlaten. Ik heb tien jaar moeten wachten op een verblijfsvergunning. Jarenlang leefde ik als iemand zonder papieren, maar ik ben altijd positief gebleven. Voor mij is lachen een manier om door vuur te kunnen lopen. Als kind was ik al zo. Mijn lach maakte me kalmer en sterker, ik zag het als een kracht. Maar achter een lach schuilt vaak pijn.”
No place like home
“Ik ben inmiddels goed geïntegreerd in de Nederlandse samenleving en heb hier nieuwe vrienden gemaakt, maar toch denk ik regelmatig terug aan Sierra Leone, aan mijn dorp en aan mijn familieleden en vrienden. ‘There is no place like home’, luidt het gezegde. In mijn geval betekent het niet dat ik ongelukkig ben in mijn geadopteerde nieuwe land, wel dat ik sommige aspecten van mijn cultuur mis, zoals de taal en het eten.
De Noordzeekust, met zijn prachtige stranden en blauwe luchten, doet me soms denken aan thuis. Het grote verschil zijn het weer en de seizoenen. Sierra Leone en het grootste deel van West-Afrika kennen geen winter. Hoewel ik gefascineerd ben door de schoonheid van het Nederlandse landschap en de mensen, ben ik kapot van de winter. De eerste drie jaar dat ik in Nederland woonde, maakten de winters me depressief. Totdat iemand me vertelde dat ik vitamine D-supplementen moest nemen om mijn immuunsysteem te versterken, dat hielp. De komst van de zomer maakt me iedere keer weer gelukkig en verdrijft mijn winterblues.”
Verhalen van oma
“In Sierra Leone moest ik stoppen met de middelbare school om het werk van mijn vader op de boerderij over te nemen. Zo werd ik boer, ik verbouwde rijst. Hier in Nederland heb ik mezelf opnieuw moeten ontdekken. Tien jaar geleden ben ik begonnen met schrijven, iets wat ik in mijn eigen land nooit deed. Ik ben opgegroeid in een cultuur waarin verhalen worden verteld, niet geschreven. Mijn oma, die mij heeft opgevoed, was een erg goede verteller. Ik luisterde graag naar haar verhalen. Op die manier leefde de literatuur in mijn familie, de geschiedenis werd doorverteld in de vorm van verhalen. En hoewel een loopbaan als schrijver geen vanzelfsprekende keuze is voor een schoolverlater uit Sierra Leone, was ik wel altijd geïnteresseerd in schrijven. Op school was ik goed in Engels. Mensen vroegen mij om brieven voor te lezen, of om ze voor ze te schrijven. Lezen deed ik toen niet veel want er waren weinig boeken in mijn omgeving. Maar als ik een boek vond, of het nu een Bijbel was of een Koran, dan probeerde ik het te lezen.”
Schrijven als therapie
“Mijn schrijverschap begon bij toeval. Tijdens een workshop moesten we verhalen vertellen op een podium. Een Nederlandse kunstenaar vertelde me dat hij een schrijver in mij zag. Eerst was ik geschokt. ‘Hoe kan iemand als ik een schrijver zijn?’, riep ik. In mijn cultuur is iemand die een boek schrijft hoog opgeleid, niet iemand zoals ik. De kunstenaar gaf me een opdracht, hij vroeg me om een tekst te schrijven en die de week daarop aan hem te laten lezen. Ik ging naar huis en had geen idee wat ik op papier moest zetten. Terwijl ik op mijn bed zat, keek ik naar de spiegel op mijn kledingkast en zag ik mijzelf glimlachen. Dat moment inspireerde de opening van mijn eerste gedicht ‘Smile’: ‘When I look in the mirror on my wardrobe, I see a man just like me – I smile at him and he begins to smile at me.’
Nadat ik mijn eerste gedicht had geschreven, voelde ik een noodzaak om verder te gaan met schrijven. Het werd voor mij een vorm van therapie. Of het nu indirect is, door metaforen, of direct, het schrijven van gedichten en verhalen hielp mij om mijn hoofd leeg te maken en om sterk te blijven. Het gaf me ook een doel en een gevoel van zelfrespect. Dat waren dingen die ik nodig had in de situatie waarin ik verkeerde, als iemand zonder verblijfspapieren. Door te schrijven ontdekte ik dat ik de zware rugzak die ik meetorste moest neerleggen.
Vrijwel alle onderwerpen lenen zich voor mijn poëzie. Soms schrijf ik als een activist, andere keren kies ik een universeel menselijk perspectief. Uiteindelijk gaat het altijd over menselijkheid, dat wat ons tot mens maakt. Voor mij is dat de ziel. Een man zonder ziel is een verloren mens.”
Een ander mens
“Vanaf het moment dat ik begon te schrijven heb ik mijn werk voorgedragen voor een publiek. Het podium is altijd belangrijk voor mij geweest. Ik begon met schrijven in het Engels. Veel Nederlanders begrijpen die taal wel, maar voelen het niet. Als ik mijn gedichten vanaf het podium voordraag, dan voelen ze het wel. Zelfs als ik gedichten voordraag in het Timne, een taal die vrijwel niemand in Nederland verstaat.
Op het podium word ik een ander mens. Het lijkt alsof er iemand anders vanuit mij spreekt. Mensen waarderen mijn kracht van spreken. Ik schrijf misschien niet de beste poëzie, maar het is mijn voordracht, mijn presence, die mij een dichter maakt. Mijn uitgever zei: ‘Ik heb mensen uitgegeven die gedichten schrijven, maar jij bent een dichter.’
Mijn schrijfwerk omvat gedichten en romans, ik heb al drie publicaties op mijn naam staan. Mijn debuut, ‘Smile’, een collectie Engelstalige gedichten, verscheen in 2018. In 2020 werd mijn eerste roman gepubliceerd, ‘A Hundred Golden Horses – A Journey to the Promised Land’. De roman gaat over een jonge man die aan het reizen is en behandelt thema’s zoals mensensmokkel en andere gevaren die reizigers onderweg het hoofd moet bieden. Het is geen autobiografie. Ik heb mijn eigen ervaringen gebruikt, maar het gaat evengoed over de ervaringen van duizenden andere mensen.
Hoewel Engels niet mijn moedertaal is, is het wel de officiële taal in mijn land vanwege het koloniale verleden. Mijn moedertaal, het Timne, heeft geen geschreven vorm. Daarom schrijf ik primair in het Engels, al ben ik ook steeds meer in het Nederlands gaan schrijven. Mijn eerste Nederlandstalige dichtbundel, ‘Landschap van mijn ziel’, werd in 2021 uitgebracht.”
Netwerk
“Van het begin af aan heb ik mijn werk gebruikt om te vertellen over het leven van ongedocumenteerden. Daarom deed ik ook mee aan de documentaireserie Leven in Limbo, over ongedocumenteerden in Rotterdam. Ik wilde laten zien hoe ik de straat overleefde. Veel Nederlanders kunnen zich niet voorstellen hoe je kunt leven in zo’n situatie. Ik laat zien hoe ik altijd positief probeerde te blijven; ik wilde niet denken aan de dingen die ik niet kon of niet mocht, maar concentreerde me op de dingen die wel mogelijk waren. Zoals mijn kunstenaarschap, dat is van mij en kan niemand van mij afnemen.
Mijn optredens als dichter hebben me ook geholpen om een netwerk op te bouwen. Na elk evenement ontmoette ik nieuwe mensen, er ontstond een sneeuwbaleffect. Door die contacten ben ik ook poeziëworkshops gaan geven bij bedrijven en bij scholen. Af en toe treed ik op als presentator. Daarnaast geef ik sinds een jaar of vijf workshops waarin ik kinderen bewust maak van het belang van mensenrechten. Voor dat werk heb ik in 2022 de Rotterdamse Kinderrechten Award 2022 ontvangen.
De activiteiten van en met ONfile hebben me ook geholpen om mijn netwerk te vergroten. In 2018 was ik voor het eerst uitgenodigd voor een bijeenkomst van ONfile, via de Buddy Film Foundation, waar ik ook mee samenwerkte. Door ONfile leerde ik veel schrijvers en journalisten kennen. Ik heb zelfs een workshop gegeven voor de leden samen met de dichter Tsead Bruinja, die op dat moment Dichter des Vaderlands was. Met Rob Hartgers van RFG en filosoof Tjesse Riemersma heb ik twee keer een schrijfworkshop verzorgd in AZC Ter Apel, in opdracht van Stichting De Vrolijkheid.
Toen mijn roman ‘A Hundred Golden Horses’ verscheen in 2020, wilde ONfile samen met Buddy Film Foundation de boekpresentatie organiseren bij Perdu in Amsterdam. Helaas werd kort voor de presentatie de eerste coronalockdown afgekondigd. Hoewel de presentatie dus niet door kon gaan, waardeer ik het nog steeds enorm dat ONfile zo betrokken was de promotie van mijn boek.
Mijn nieuwe leven
Sinds kort heb ik een baan de gemeente Rotterdam, ik ben een soort ambtenaar geworden. Ik werk als gastheer bij cultureel centrum Romeynshof in de wijk Ommoord. Het is een baan die bij me past. Daarnaast heb ik de mogelijkheid om daar ook evenementen te organiseren. Ik werk 32 uur per week zodat ik tijd blijf houden voor literatuur, dat blijft mijn passie. Literatuur is het anker van mijn leven.
Ik heb mijn leven altijd geleefd als iemand die onzeker is over zijn toekomst. Nu ik een baan heb en een huis, vind ik het moeilijk en pijnlijk om het over dat verleden te hebben. Het blijft mijn verhaal, maar ik wil vooruit kijken. ik schrijf liever over mijn nieuwe leven. Journalisten vragen vaak naar toekomstplannen. Mijn enige plan is dat ik een Nederlandse burger wil worden. Dit is mijn nieuwe land. Verder zien we het wel.
Fotografie: Negin Zendegani
Tekst interview: Rob Hartgers ism Antonije Nino Zalica
‘Het voelde als thuiskomen’ – Een terugblik op 25 jaar ONfile is te koop voor €10 (incl. verzendkosten binnen NL). Bestellen? Stuur een mail met uw adresgegevens naar redactie@rfgmagazine.nl o.v.v. ‘Jubileumboek ONfile’.
Waardeer dit artikel!
Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Magazine.