Het is 11 augustus 2015. Mijn familie is net uit Syrië gearriveerd. Het is de verjaardag van mijn twee dochters, Sara en Marya. Ze zijn op dezelfde dag geboren, allen twee om negen uur ’s avonds. Toch zit er twee jaar tussen.
We zitten alleen in ons nieuwe huis in Bennekom. Op tafel staan een paar kaarsen en gebak. Maar het is niet echt feest.
We zijn alleen als gezin. Alle familieleden, vrienden en buren, met wie we altijd onze verjaardagen vierden, zijn er niet. Ik ben verdrietig omdat ik denk dat we voortaan altijd onze verjaardagen op deze manier zullen vieren. Ook omdat we de taal en de Nederlandse manier van verjaarsfeesten niet kennen.
Een jaar later besluit ik enkele dagen voor hun verjaardag Nederlandse mensen uit te nodigen, mensen die we hadden leren kennen en met wie we contact hebben opgebouwd.
Ik bel negen families. Sommigen komen helpen met de voorbereidingen. Onze buurvrouw, die geen Engels spreekt, kon ik het jaar daarvoor niet verstaan. Nu spreek ik al wel een beetje Nederlands en slaag erin haar uit te leggen dat het de verjaardag van mijn kinderen is. ‘s Nachts hangt ze ballonnen en slingers op bij de ingang van onze woning. Wat een verrassing! Zij komt op de verjaardag met haar dochter en kleinkinderen. En we praten samen Nederlands.
Ons huis in Bennebroek, dat op 11 augustus 2015 nog zo leeg voelde, zit precies een jaar later vol, het is zelfs te klein voor alle mensen die gekomen zijn. Mijn dochters kunnen hun verjaardag vieren met veel vrienden, en een tiental kinderen van hun leeftijd.
Boffen we met de mensen in onze omgeving of zijn alle Nederlanders zo aardig? Kunnen wij als “nieuwe Nederlanders” zo, dag voor dag, week voor week, en jaar na jaar, nieuwe bruggen bouwen?
Ik vierde meer dan de verjaardag, veel meer.
Fotografie: Khaled Osman
Bewerking: Mariëtta Goossens