Het is stil bij het restaurant Kebab Halabi in Hoorn. Als je het restaurant binnenloopt, zie je alleen maar lege tafels. De Syrische muziek die hier altijd klonk is niet meer te horen, de fascinerende gerechten staan niet meer op de tafels, zelfs de heerlijke geuren ruik je niet meer. Door de coronamaatregelen mogen de gasten het restaurant tegenwoordig niet bezoeken. Zij mogen alleen maar telefonisch contact opnemen met het restaurant om de gerechten te bestellen. De maaltijden worden dan bezorgd of afgehaald.
In Kebab Halabi staat Masoud Issa: de 23-jarige Syrische mede-eigenaar van het restaurant. De telefoon gaat. Masoud reageert, pakt de telefoon op en luistert goed naar de klant. “Uw bestelling wordt met een half uurtje bezorgd. Doei”, zegt de jongeman glimlachend. Hij schrijft de bestelling op een papiertje en snelt naar de keuken. “Ahmad, we moeten deze bestelling zo snel mogelijk afmaken!”, zegt hij tegen zijn broer. De 46-jarige man pakt het papiertje en leest de bestelling door. “Oké”, zegt hij en gaat meteen aan de slag.
Ahmad steekt wat houtskool aan. Hij grilt Kebab Orfali terwijl Masoud een portie Arabische shoarma voorbereidt. Ahmad maakt een Koerdische salade. Met de heerlijke geuren komt het restaurant weer tot het leven. Toch loopt de onderneming grote risico’s als gevolg van de coronapandemie. Hetzelfde geldt voor de complete horecasector in het hele land. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is er sprake van een sterke stijging van het aantal nieuwe WW-uitkeringen in deze sector (+224 procent).
Onvoldoende steun
De Nederlandse horecasector is zwaar getroffen door het coronavirus. De horeca wordt volgens het CBS hard getroffen door de overheidsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Uit onderzoek van de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) onder bijna vierduizend horecaondernemers blijkt dat er 55 procent meer annuleringen van bestaande reserveringen zijn dan normaal. Volgens het onderzoek ervaren ondernemers gemiddeld 33 procent omzetverlies door de beperkende coronamaatregelen. KHN verwacht daarom dat de negatieve gevolgen van het coronavirus voor langere tijd merkbaar zullen zijn.
“We konden een financiële ondersteuning van 4.000 euro ontvangen. Bovendien regelde de gemeente Wieringerwerf Bbz-uitkeringen (bijstand voor zelfstandigen) voor ons voor de duur van drie maanden. Dit is goed maar niet genoeg”, zegt Masoud. “Hoewel wij tegenwoordig de helft van de huurkosten betalen, moeten wij uiteindelijk toch het totaalbedrag voldoen. De vaste kosten van het restaurant bedragen 5.000 euro per maand. De bestellingen die wij de laatste tijd krijgen, dekken slechts een klein deel van onze kosten. Als de situatie nog twee maanden zo blijft, kunnen wij niet openblijven.”
Taal- en culturele uitdagingen
In 2015 heeft Masoud asiel aangevraagd in Nederland. Hij verbleef al een jaar in diverse asielzoekerscentra voordat hij naar Wieringerwerf verhuisde. Sindsdien woont hij daar als een alleenstaande statushouder. Zoals veel Syrische vluchtelingen wilde hij de Nederlandse taal leren door middel van werk. Om financieel zelfstandig te worden ging hij al snel bij supermarktketen Lidl werken. Hij was niet van plan om een opleiding te volgen, daarom was zijn taaldoel niet hoger dan het A2-niveau. Met dit taalniveau beheers je de basisvaardigheden die nodig zijn om in het Nederlands te communiceren. Na het halen van zijn inburgeringsdiploma wilde hij samen met zijn twee broers Ahmad en Jwan zijn onderneming opstarten.
De taalbarrière bleek echter een grote uitdaging te zijn tijdens het ontwikkelen van de onderneming. Volgens Masoud bestaat zijn doelgroep voor 80 procent uit Nederlanders. “Marketing en goed communiceren met Nederlanders is een grote uitdaging voor ons”, legt hij uit. “Bovendien vormt slechte beheersing van de Nederlandse taal tegenwoordig een grote barrière bij het begrijpen van de coronavirusmaatregelen waarmee Kebab Halabi geconfronteerd wordt.”
Ahmad is pas in 2018 naar Nederland gekomen. Hij heeft het momenteel moeilijk met het leren van de Nederlandse taal: “Jarenlang werkte ik in Syrië als horecaondernemer. Ik heb veel ervaring in deze sector. Ik spreek nu echter nauwelijks met mijn klanten. Soms doe ik dat in het Engels, maar mijn Engels is ook niet zo goed.”
Het verschil in ondernemerscultuur is ook een uitdaging. “Na het oprichten van het restaurant ontdekten wij dat wij meer over het Nederlandse ondernemerschap moeten leren”, vertelt Masoud. “We wisten bijvoorbeeld niet dat we bepaalde certificaten moesten behalen om alcoholische drankjes in ons restaurant te kunnen verkopen. Dat wisten we pas nadat we een boete hadden gekregen.” Om het benodigde certificaat te kunnen behalen, heeft Masoud een cursus gevolgd. Vanwege de taalbarrière heeft hij deze nog niet afgerond.
Hulp vanuit de gemeente en de maatschappij
Om ondernemers in Hoorn te helpen gaf de gemeente Hoorn een betalingsuitstel van de gemeentelijke belastingen over de laatste drie maanden. Volgens wethouder Kholoud Al Mobayed onderzoekt de gemeente ook de mogelijkheid om deze belasting helemaal niet meer te heffen.
Kholoud, die een Syrische achtergrond heeft en ruim dertig jaar in Nederland woont, probeert de eigenaren van Kebab Halabi te helpen bij vragen over de regels. Echter erkent zij dat de hulp meer is gericht op de doorsnee ondernemer in Hoorn. Niet specifiek voor nieuwkomers zoals Masoud en Ahmad.
De Westfriese Bedrijvengroep (WBG) heeft het initiatief genomen om samen met onder meer banken en gemeenten ondernemers uit de regio te helpen om tijdens de coronacrisis overeind te blijven. In een telefonisch gesprek legt Bashar Al Badri van de WBG uit dat de ‘Taskforce Katapult’ ondernemers “probeert te helpen door het opbouwen van een rek om straks een vliegende start te kunnen maken.” Bashar vertelt dat de taskforce ondernemers ondersteunt die een taalbarrière hebben, door een tolk voor hen te regelen. Zij kunnen deze hulp krijgen als zij met een bepaalde instantie in het Nederlands willen communiceren.
Gewoon doorgaan
Masoud en Ahmad weten dat deze tijd niet alleen uitdagend is voor hen, maar voor iedereen. “We proberen van alles te doen om het bestaan van onze onderneming te beschermen”, zegt Masoud. “We gaan gewoon door.” De telefoon gaat weer en het restaurant komt direct weer tot leven.
