Dieven vraag je niet om toestemming

Bezoeker in het AfricaMuseum Tervuren (credit: VisitFlanders)

Een kruis, een bronzen haan, een sabel en vele andere Afrikaanse rijkdommen gaan terug naar hun land van herkomst. Jonge Afrikanen en Afro-Europeanen vinden dat het tijd is dat westerse landen kunstobjecten, geroofd van hun voorouders, teruggeven aan de rechtmatige eigenaren.

Tussen 1880 tot 1960 hadden de meeste grote West-Europese landen koloniën in onder meer Afrika en Azië. Moorden, verkrachtingen, plunderingen, onteigeningen, vrijheidsberoving en vooral een diepe ontkenning van de menselijke waardigheid waren de instrumenten van de politieke, economische en culturele overheersing. De bezetters stalen goederen, beelden en grote voorraden goud, diamanten, rubber en andere grondstoffen. Afrikaanse culturen werden vernietigd.

Dubieuze omstandigheden

Volgens een rapport van het Franse ministerie van Cultuur (2018) is naar verluidt zo’n 80 tot 90 procent van de Afrikaanse historische kunst, met name uit Sub-Sahara Afrika, in buitenlandse musea te vinden. Van de minstens 90.000 Afrikaanse objecten die de Franse musea bezitten, bevindt zich ruim twee derde in het Quai Branly-museum in Parijs. Ongeveer de helft daarvan is ‘onder dubieuze omstandigheden’ verworven, aldus het rapport. Verrassend genoeg is geen enkel kunstwerk in dit museum van de hand van een westerse kunstenaar.

Toerisme

Het rapport heeft Afrikaanse jongeren, geboren en getogen in Europa, wakker geschud. Ze zijn verontwaardigd nu ze zien dat de geplunderde goederen van hun voorouders niet zijn teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Tot op heden profiteren westerse economieën van deze gestolen rijkdom, bijvoorbeeld via het toerisme. Het Quai Branly-museum verwelkomt elke dag duizenden bezoekers die elk € 12 betalen. Reken maar uit hoeveel dit museum in al die decennia heeft verdiend. En zo hebben vele westerse musea honderden miljoenen euro’s verdiend aan kunstwerken uit landen die nu door armoede worden getroffen.

Yankanku

Deze jongeren laten dan ook steeds meer van zich horen. Zo is Yankanku, een beweging van jonge panafrikanisten geleid door de Congolese Mwazulu Diyabanza, zeer actief in heel Europa. Ze zoeken objecten die tijdens de kolonisatie in Afrika zijn geplunderd en eisen de teruggave daarvan. Ze hekelen het feit dat de Katholieke Kerk deze objecten, die een product zijn van de geest en de identiteit vormen van een heel volk, destijds bestempelde als hekserij. Ze roepen alle Afrikaanse jongeren ter wereld op zich bij hun missie aan te sluiten.

Afrika Museum

 Diyabanza trok internationaal de aandacht eerder dit jaar toen hij met twee anderen een beeld uit het Nederlandse Afrika Museum in Berg en Dal meenam en dat filmde. Museumdirecteur Stijn Schoonderwoerd verklaarde dat bepaalde kunstvoorwerpen in het museum inderdaad gestolen zijn, maar dat andere stukken werden aangekocht of zijn geschonken. Niet alles moet op een hoop worden gegooid, stelde hij. Ook voerde de groep actie bij het Quai Branly-museum en het Tervuren museum in België. En ze hebben nog veel meer musea op het oog, bijvoorbeeld in het Vaticaan en de Verenigde Staten.

Stenen kruis

Sommige landen hebben al stappen gezet om geroofde kunst terug te geven. Zo kondigde Duitsland in mei 2019 aan dat het Duits Historisch Museum het zogeheten Stenen kruis, een markeringspunt dat in 1496 door de Portugezen op de Afrikaanse kust was geplaatst en later door de Duitsers meegenomen, zou teruggeven aan Namibië.
De Universiteit van Cambridge liet vorig jaar weten dat de Okukor, een bronzen haan, zal terugkeren naar Nigeria. Het beeld werd in 1897 bij een Britse inval gestolen en vervolgens nagelaten aan het Jesus College door een voormalige veteraan van het Britse leger. In 2016 werd het van de tentoonstelling verwijderd en adviseerde de Legacy of Slavery Task Force het terug te geven.
In 2019 maakte Edouard Philippe, de voormalige Franse premier, een symbolisch gebaar door de Senegalese president Macky Sall de sabel van El Hadj Omar Tall te overhandigen. “De sabel is van een grote veroveraar, gids, de stichter van het Toucouleur-rijk dat Guinee, Mali en het huidige Senegal omvatte”, aldus Philippe. “Het is de sabel van een geleerde. En dit gebaar is de eerste stap.”

Voorzieningen

Het is noodzakelijk dat alle betreffende landen, voormalige kolonisatoren, hier een voorbeeld aan nemen. Momenteel hebben veel landen in Sub-Sahara Afrika nog geen voorzieningen om werken van grote waarde te huisvesten. De landen en musea die hebben geprofiteerd en veel geld hebben verdiend met roofkunst, zouden ter compensatie musea in Afrika kunnen bouwen, zodat de objecten goed kunnen worden beschermd. Een andere mogelijkheid is dat de betreffende landen ermee instemmen dat de werken voorlopig in Europese musea blijven, maar dat Afrikaanse landen actief betrokken worden bij de tentoonstellingen.
De activisten hebben geen zin om hier op te wachten. Zij vinden dat zij als Afrikanen de rechtmatige erfgenamen van deze kunstwerken zijn, dus klinkt hun mantra: “Je vraagt geen toestemming aan een plunderaar om terug te krijgen wat van jou is.”

Foto: Bezoekers in het AfricaMuseum Tervuren (via VisitFlanders/AfricaMuseum)

Vertaling: Manon Stravens

Waardeer dit artikel!

Dit artikel lees je gratis. Vind je het artikel en onze inzet de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten blijken door een bijdrage. Zo help je onze journalisten en RFG Magazine.

Mijn gekozen waardering € -

 

 

Oscar Delo is afkomstig uit Democratische Republiek Congo (DRC). Hij studeerde psychologie aan de universiteit van Kinshasa en werkte in DRC als politiek journalist. Hij woont sinds 2010 in Nederland.