Elke dag worden burgers in Turkije geconfronteerd met nieuwe schokkende besluiten van de rechterlijke macht. Een voorbeeld van zo’n beslissing treft de Koerdische journalist Ziya Ataman. De rechtbank heeft Ataman eerder veroordeeld tot negen jaar en zes maanden gevangenisstraf op beschuldiging van ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’. Deze straf is nu zelfs verhoogd met het argument dat de journalist zich schuldig zou hebben gemaakt aan een ‘terroristisch misdrijf’. Ataman moet veertien jaar en drie maanden achter de tralies. Er is geen enkel bewijs dat de journalist, die is veroordeeld op basis van een verklaring die een getuige onder dwang van marteling heeft afgelegd, schuldig is aan het hem ten laste gelegde misdrijf.
Ziya Ataman, verslaggever van het per decreet gesloten persbureau Dicle (DIHA), werd gearresteerd op 10 april 2016. Eén dag later werd hij gedetineerd op beschuldiging van ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’. Samen met achttien andere verdachten werd hij opgesloten in de streng beveiligde gevangenis van Van, in het zuidoosten van Turkije. Pas twintig maanden later werd een officiële aanklacht ingediend. De journalist, die nu al drie jaar in de gevangenis zit, kampt volgens de gevangenisarts met ernstige gezondheidsproblemen. Zo zouden zijn darmen blijvend zijn beschadigd en niet meer goed functioneren.
Getuigenis met marteling afgedwongen
In de aanklacht tegen Ziya Ataman en zijn medeverdachten wordt beweerd dat zij op 25 september 2015 zijn gearresteerd, omdat zij zouden hebben deelgenomen aan een gewapende aanval door de verboden Koerdische Arbeiderspartij (PKK) tegen gebouwen van de gendarmerie en de politie in de wijk Beytüşşebap in Şırnak. Een beschuldiging die is gebaseerd op de getuigenis van Kadir Ataman, die in dezelfde gevangenis gedetineerd was. Ook verwijst de aanklacht naar een agenda die in handen zou zijn geweest van de PKK en waarin op 7 juli 2016 de de naam van Ataman stond genoteerd. De journalist is echter al op 11 april 2016 gearresteerd.
Kadir Ataman, die tijdens de eerste rechtszitting getuigde tegen Ziya Ataman, heeft verklaard dat zijn getuigenis onder dwang van marteling is afgenomen. Een andere getuige, Aytaç Yalman, zei: “Ze dwongen ons documenten te ondertekenen zonder ze gelezen te hebben. Een agent van een speciale politie-eenheid sloeg me op het hoofd met een geweer.”
Uğur Eyinç – één van de belangrijkste getuigen in de zaak en de enige getuige die erop stond een verklaring voor de rechtbank af te leggen – stelde verschillende keren tijdens de zittingen dat hij zich niets kon herinneren van de personen over wie hij een getuigenis had afgelegd. Er blijven dus weinig bewijzen over waaruit kan worden opgemaakt dat Ziya Ataman een misdrijf zou hebben gepleegd.
Geen strafvermindering
Niettemin veroordeelde de rechtbank de Koerdische journalist tot negen jaar en zes maanden gevangenisstraf en verhoogde het gerechtshof deze straf vervolgens naar veertien jaar en drie maanden. De rechtbank verklaarde dat van strafvermindering geen sprake kan zijn. Het Hof verwierp ook het verzoek van de advocaten van Ataman om onderzoek te doen naar de beschuldigingen van foltering en om audiovisuele opnames van de getuigenissen op te vragen. Intussen zet Ataman zijn leven in de gevangenis voort en worstelt hij met ernstige gezondheidsproblemen.
Waardeer dit artikel!