De dood vlucht mee

cartoon chemische aanval getekend door Mwafaq Katt
cartoon chemische aanval getekend door Mwafaq Katt

De situatie van de Syriër die is gevlucht voor het oorlogsgeweld, verschilt weinig van die van de achterblijver die hoe dan ook probeert te overleven. Een nabestaande en getuige van de gifgasaanval vorig jaar vertellen over de impact daarvan op hun leven.

“De dood kwelt niet de overledenen, maar hen die nog leven”, schreef de in 2008 overleden Palestijnse dichter Mahmoud Darwish ooit. Dat geldt zeker voor de naar Nederland gevluchte Muhammad al-Yusuf, die twintig familieleden verloor door de aanval met de chemische wapens in Khan Shaykhun in april vorig jaar. Hij werd geconfronteerd met zijn grote verlies toen hij die ochtend zoals gewoonlijk zijn schooltas aan het inpakken was.
“Via mijn mobiele telefoon en een WhatsApp-groep heb ik contact met mijn familieleden. Ze zijn verspreid tussen Khan Shaykhun en Turkije. We wisselen nieuws over de familie uit en delen we zowel ons geluk als onze zorgen met elkaar”, zegt Al-Yusuf (20).

Hij zucht diep voordat hij verder gaat: “Het was niet de eerste keer dat mijn dorp werd gebombardeerd, net zoals het niet de eerste keer was dat mijn familie dierbaren verloor door een bombardement, maar de chemische aanval heeft heel veel mensen vermoord door ze te laten stikken. Toen het nieuws ‘s ochtends in de WhatsApp-groep verscheen, werden gifgasaanvallen niet genoemd en waren weinig details bekend. Ik was enigszins bezorgd en hoopte dat ze veilig waren. Toen ik naar school ging, begonnen de berichten over de ramp binnen te stromen. Ik vertelde het nieuws aan mijn docent en keerde terug naar huis. Ik had geen energie meer om iets anders te doen dan wachten op nieuwsberichten met de namen van de doden en gewonden. Ik keek afwisselend naar de nieuwskanalen en de familiegroep. Elke keer dat een foto verscheen van een dode of gewonde, voelde het alsof er een giftige dolk in mijn hart werd gestoken. Na vijf uur ’s middags kon mijn hart geen steken meer verdragen.”

Symbolische begrafenissen

Al-Yusuf zwijgt even, veegt een traan weg en vervolgt: “Mijn neef die zijn vrouw en kinderen verloor doordat hij bezig was anderen te helpen, deed mijn hart bloeden. Ik moest sterk zijn om hem te kunnen troosten, maar met in mijn gedachten de beelden van onze dode kinderen, was ik niet opgewassen tegen dit grote verdriet. God, wat is het aandeel van kinderen in deze oorlog? Hun levens zijn nog maar net begonnen en zij betalen al de prijs voor het feit dat buitenlandse machten criminelen een hand boven het hoofd houden die al zes jaar ons volk met allerlei wapens uitmoorden.”

Voor Muhammad al-Yusuf was de enige manier om zijn rouw te verwerken een demonstratie op de Westermarkt in Amsterdam, samen met zijn in Nederland verblijvende broers. Ze deden dit door middel van symbolische begrafenissen van de slachtoffers met foto’s van de omgekomen kinderen.

Foto demonstratie in Amsterdam tegen chemische aanval Syrie.
Foto demonstratie in Amsterdam tegen chemische aanval Syrië © Hasan Alkhatib

Gestolen dromen

Zo’n 25 kilometer van Khan Shaykhun haastte media-activist Muhammad Karkas zich naar de plek van het bloedbad om de hele wereld te laten weten dat er nog steeds mensen stierven en dat de “rode lijn” van de Verenigde Staten, die toestaat dat burgers worden vermoord met alle soorten wapens naast chemische, ook was overschreden. “Overal lagen lichamen en vochten mensen voor hun leven. Ouders waren op zoek naar hun kinderen”, vertelt Karkas per telefoon.

Foto demonstratie in Amsterdam tegen chemische aanval Syrie.
Foto demonstratie in Amsterdam tegen chemische aanval Syrië © Osaid Almousa

Karkas was bang om verder te gaan, vooral nadat de eerste groep van de burgerbescherming was aangevallen nadat ze te hulp was geschoten. Iedereen die dichterbij kwam, zou ongetwijfeld sneuvelen. Na twee uur lukte het Karkas om samen met groepen van de burgerbescherming binnen de wijk met de meeste slachtoffers te komen. “Ik aarzelde even, maar het beeld van een meisje naast het lichaam van haar moeder weerhield mij ervan terug te gaan. Ik nam foto’s van moeders die huilden om de dood van hun kinderen, van onschuldigen van wie niemand weet welke misdaad zij hebben begaan, en van hen die sliepen, wier dromen door de dood gestolen waren. Daarna ging ik samen met een gewonde vrouw en haar kinderen naar het ziekenhuis al-Maara. Onderweg werd ik duizelig en kreeg ik het koud. Ik werd in het ziekenhuis verzorgd en keerde ’s avonds terug naar Khan Shaykhun om het bombardement te documenteren, dat doorging totdat ook de medische voorzieningen en de gebouwen van de burgerbescherming verwoest waren zodat niemand aan de aanval kon ontsnappen.”

Die nacht kon Karkas niet slapen. “Niet omdat ik bang was om niet meer wakker te worden, maar omdat de tranen van de moeder die twee kinderen naast mij in de auto verloor en haar derde in het ziekenhuis, mij bleven achtervolgen.”

Vertaling: Sam Assenberg
Illustratie © Mwafaq Katt

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op Majalla.nl, een online magazine waar schrijvers en journalisten met een vluchtverleden begeleid werden bij het publiceren van artikelen in het Nederlands.

"Als journalist ben ik altijd opzoek naar de waarheid, als vluchteling maak ik me sterk voor een heldere berichtgeving over onze situatie.”
hasanalkhatib@majalla.nl