Op 2 november 2017 was het de ‘Internationale dag voor uitbanning van onbestrafte misdaden tegen journalisten’. Dit ter nagedachtenis aan Ghislaine Dupont en Claude Verlon, twee Franse radiojournalisten die in 2013 werden gedood in de Malinese stad Kidal.
Vertaling: Tanja Veenstra
Op het Afrikaanse continent verdwijnen met enige regelmaat journalisten tijdens de uitvoering van hun werk en vaak hoort niemand meer iets van hen. In sommige landen manifesteert de censuur zich op deze manier.
Rechtspraak
Met de Internationale dag nodigt de Unesco, de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschappen en cultuur, de wereld uit om de veiligheid van journalisten gezamenlijk te verdedigen, en te garanderen dat er recht wordt gedaan. “De rechtspraak is een basisprincipe van de vrije samenleving. Zij ontmoedigt degenen die de vrijheid van meningsuiting in gevaar brengen en ondersteunt hen die stelling nemen om die vrijheid te verdedigen. Dat is de reden waarom het geweld dat journalisten aangedaan wordt elke samenleving zo duur komt te staan,” schrijft Unesco-directeur-generaal Irina Bokova in een bericht dat zij ter gelegenheid van de internationale dag publiceerde.
Ze voegt eraan toe dat tussen 2006 en 2016 maar liefst 930 journalisten zijn vermoord. Alleen al in 2016 verloren 102 journalisten het leven tijdens hun werk. In negen van de tien gevallen komen de daders van deze misdaden nooit voor de rechter.
Onder de slogan Stop killing journalists bracht Free Press Unlimited op 2 november in Den Haag honderden journalisten en vertegenwoordigers van mediabedrijven bijeen, die aandacht vragen voor het toenemend aantal straffeloze misdaden tegen journalisten.
Onvindbaar
In Burundi, dat de VN-dag als een non-gebeurtenis beschouwt, ontbreekt het nog steeds aan een teken van leven van journalist Jean Bigirimana, die schreef voor de wekelijks verschijnende, niet-commerciële, krant van persgroep Iwacu, een van de weinige onafhankelijke media die Burundi nog kent.
Bigirimana verdween op 22 juli 2016. Kort na de aankondiging van zijn verdwijning haastte de Burundese politie zich te verklaren dat ze ‘in de startblokken stond’ om hem terug te vinden. Behalve Iwacu-journalist was hij ook correspondent voor Info Grands Lacs 3 (IGL3), een project dat zich inzet voor democratisering en persvrijheid in de regio van de grote meren in Burundi, Rwanda en de Democratische Republiek Congo (DRC). Volgens de laatste berichten is de voormalige radiojournalist (Rema FM) in het centraal gelegen Bugarama ontvoerd door de nationale veiligheidsdienst (SNR).
In reactie op deze nieuwe informatie is de onafhankelijke Burundese mensenrechtencommissie (CNIDH) op onderzoek uit gegaan. In een vergeefse poging de journalist te vinden, is onder meer gezocht in de gevangenissen van Muramvya en in het verblijf van de hoogste baas van de veiligheidsdienst. De voorzitter van de commissie, Jean Baptiste Baribonekeza, gaf aan dat die haar eigen onderzoek zal voortzetten, maar heeft intussen ook de politie ingeschakeld. En wel om het onderzoek te concentreren op Bugarama, want, verduidelijkt hij: “We weten intussen dat Jean Bigirimana in die stad is ontvoerd.” Tot op de dag van vandaag tasten familie en collega’s echter in het duister in deze ontvoeringszaak.
Jacht op de media
Laten we ons ook journalist Christophe Nkezabahizi herinneren, die werkte voor de nationale radio- en tv (RTNB). Hij is op 13 oktober 2015, samen met zijn vrouw en twee kinderen van 16 en 14 jaar in hun huis in de hoofdstad Bujumbura van dichtbij doodgeschoten door de veiligheidstroepen. De Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) verklaarde, net als de Burundese journalistenvakbond, dat de cameraman doelwit was vanwege zijn journalistieke werk.
Dat was op 25 april 2015, tijdens protestdemonstraties tegen de omstreden kandidatuur voor een derde termijn van president Pierre Nkurunziza. Sindsdien, en met het oog op deze illegale en onwettige kandidatuur, signaleren mediaprofessionals en Verslaggevers Zonder Grenzen dat de jacht op de media fors is toegenomen. Vrijheidsberovende wetten en maatregelen nemen hand over hand toe. Burundi is intussen vier plaatsen gezakt in de wereldwijde index van persvrijheid die Verslaggevers Zonder Grenzen jaarlijks uitbrengt, en zal dit jaar naar verwachting verder kelderen.
Ook de Burundese journalistenvakbond ziet het somber in. Voorzitter Alexandre Niyungeko, vanuit ballingschap: “Je kunt niet zeggen dat we niet gewaarschuwd waren… In 2015 heeft president Nkurunziza de media hoogstpersoonlijk verwittigd dat de persvrijheid zijn grenzen kent. En dat is precies wat we hebben gezien: de media hebben ervan langs gekregen, dagbladen kregen een verschijningsverbod van drie maanden of langer, sommige mediabedrijven zijn zelfs buiten werking gesteld. Afgelopen september nog kwam het nieuws dat de uitzendingen van radiozender CCIB FM+ met ingang van 2 oktober voor drie maanden zijn stopgezet.”
Onverdraagzaamheid en repressie
En het gaat maar door: zo is de exploitatievergunning voor radio- en televisiezenders Bonesha FM, Radio Publique Africaine, Radio et télévision Renaissance ingetrokken. Alexandre Niyungeko betreurt het argument dat de Nationale Communicatieraad hiervoor gaf, namelijk dat contractuele verplichtingen niet werden nagekomen of het juridisch dossier niet rond was binnen de door de raad gestelde termijn. “Welke macht hadden deze media om dat op tijd voor elkaar te krijgen, terwijl iedereen weet dat justitie enorm traag is met het behandelen van die dossiers,” vraagt Niyungeko zich af.
Dit soort uitingen van onverdraagzaamheid en repressie zijn sinds 2015 aan de orde van de dag. De Burundese autoriteiten verzekeren zich van een effectieve censuur, maar vooral ook van een vorm van zelfcensuur bij journalisten, gedreven door angst voor wat hen kan overkomen, vertelt de vakbondsman.
Burundese journalisten ondervinden allerlei vormen van druk en inbreuk op de persvrijheid. Ze worden bewaakt, beledigd, bedreigd, ontvoerd en geconfronteerd met permanent gevaar. Een realiteit die de vakbondsman de uitspraak ontlokt dat de huidige situatie slechter is dan die tijdens het eenpartijstelsel (tot 1992/red). “Daarom wil ik alle journalisten vragen te volharden in hun professionaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel. Ze moeten blijven handelen conform hun beroepsethiek en onderliggende richtlijnen als uitgangspunt blijven nemen. In het bijzonder de ethische code en de gedragsregels van de Burundese pers. Die beschrijven de gewenste houding van journalisten, hun rechten en plichten, te vermijden gedrag en dito misdaden en delicten.”
Niyungeko heeft de internationale dag aangegrepen om alle Burundezen aan te sporen zich in te zetten voor versteviging van de democratie en de rechtsstaat, die een solide bescherming vormen tegen criminele activiteit en straffeloosheid.
Beeld: ANISOM Public Information CC0 1.0 (via Wikimedia Commons)