Ik ben Nederlands. Ik ben Nederlands. Ik ben Nederlands. Nee, het gaat niet echt! Ik ben Nederlands. Ik ben Nederlands… Het komt gewoon niet lekker uit mijn keel. Elk woord klinkt als een echo. En dat na 25 jaar in Nederland gewoond te hebben! Dat is langer dan dat ik hier niet gewoond heb. Waarom voel ik me dan nog niet Nederlands!?! Betekent dit dat ik ondankbaar ben? Of dat ik niet het beste voor heb met Nederland? Of dat ik het niet prettig vind om in Nederland te wonen? Allemaal niet waar!
Onlangs heb ik begrepen dat Nederland belangrijker voor me is dan ik dacht. Hoe kwam ik daar achter? Niet omdat mijn hart harder klopt als ik op Schiphol ben – want dat doet het niet. Niet omdat ik van André Hazes hou – en dat doe ik wel. Maar omdat ik soms razend boos word op Nederland. Zoals je boos word op je kind, dat slim is maar niet z’n best doet. En als het een kind van iemand anders is dat niet z’n best doet, maakt het je niet uit.
Maar zo is het niet altijd geweest. Twintig jaar geleden werd ik nooit boos op Nederland. Omdat ik Nederland me toen nog eigen wilde maken en daarin geen ruimte was voor kritiek. Dus twintig jaar geleden focuste ik me maar op windmolens, tolerantie en welvaart. Tien jaar geleden voelde ik me inmiddels hier meer thuis en hoewel ik onder- tussen geleerd had dat windmolens er alleen voor de toeristen zijn; dat wel- vaart vooral voor de rijken is; en dat tolerantie niet hetzelfde is als accep- tatie… werd ik alsnog niet boos. Je kan niet boos zijn als je niet voelt dat het je eigen land is.
Maar een jaar geleden gebeurde er iets …. Het was een dag nadat Bosnisch- Servische generaal Ratko Mladic een levenslange gevangenisstraf kreeg voor genocide en misdaden tegen menselijkheid. De TV nodigt regelmatig ‘experts’ om de actuele zaken te bespreken en die bewuste avond was ik weer eens aan de beurt. Ik kwam naar de studio en was verbaasd toen ik zag hoe opgewonden het publiek was. Ik verklaarde het met het in Nederland in- middels chronisch geworden Srebrenica-schuldsyndroom.
In de schminkkamer zat ik naast een bijzonder mooie vrouw. Toen ze de kamer verliet, vroeg de programma coördinator of ik wist wie het was. Aan haar toon te horen begreep ik dat ik dat had moeten weten. Ik moest me verontschuldigen en uitleggen dat ik in een bubbel leef zonder informatie, om mijn wereld zo ‘schoon’ mogelijk te houden. Als een voormalige vluchteling kom ik namelijk met zo’n arrogante instelling meestal wel weg. Nu ook, dus. ’Het is Sylvana. Zij gaat in de tweede deel van het programma praten over de anti-Zwarte-Pietdemonstraties. Je weet toch wel wat er een paar dagen gele- den is gebeurd?’ Ik moest diep adem halen en weer mijn Bosnië kaart spelen. Nee, geen idee wat er een paar dagen geleden was gebeurd. De jongedame was geduldig: Een bus vol met vreedzame demonstranten tegen Zwarte Piet was op de snelweg in Friesland door voorstanders van Zwarte Piet tegenge- houden. Nederland leek verdeeld te zijn door de voor- en tegenstanders van Zwarte Piet. Ik begreep het, de beroering bij het publiek had niets met Mladic te maken.
Camera’s klaar. Geluid klaar. Mooie presentatrice klaar. Draaien. Hoewel ik inmiddels bewust was van de irrelevantie van mijn verhaal op dit moment voor Nederland moest ik, net als de rest, het Mladic-thema serieus nemen. Na een formeel maar interessant gesprek over oorlog was het mo- ment voor de andere vier gasten aan tafel aangebroken. Naast mij zat een Friese voorstander van Zwarte Piet. Tegenover ons drie tegenstanders uit Amsterdam.
Het publiek werd wakker. Het begon heel netjes. Een demonstrant legde uit wat er precies gebeurd was die bewuste dag. Het bleek nog veel moeilijker en spannender dan de programmacoördinator had gedacht mij even in de gang te kunnen uitleggen. De politie kwam, maar hielp de demonstranten niet, terwijl zij in de nabijheid van de politie fysiek waren bedreigd. In plaats van dat ze naar Dokkum werden begeleid om te kunnen demonstreren, wer- den ze teruggebracht naar Amsterdam.
Ik schrok. Ik wist niet meer wat me meer shockeerde: dat er zoiets in Neder- land plaats kon vinden of dat ik er niets over wist. Natuurlijk had ik op de school van mijn zoontje wel gehoord van de Zwarte-Pietkwestie. Daar kwa- men dit jaar geen zwarte, maar groene, gele, paarse en oranje geschminkte Pieten. Ik dacht dat het zo mooi was, en in mijn wereld was dat probleem even opgelost.
De Friese pro-Zwarte-Pietgast vond het persoonlijk niet rechtvaardig wat er was gebeurd, maar hij begreep het wel. Opeens werd het druk aan de andere kant en binnen een paar seconden ontstond er reuring aan de tegenstander- skant. Sylvana, die thuis bedreigd werd door als Zwarte Piet verklede voor- standers, kon zich niet meer inhouden. Ze had genoeg van de ‘Maar..’ in- stelling, zo van: ‘Het is niet niet goed, maar we laten het toch gebeuren’. De Fries was duidelijk ook emotioneel geraakt, maar probeerde netjes over te komen. ‘Niet emotioneel worden!’ smeekte de presentatrice.
Interessant, we hadden het vijf minuten geleden over een man die voor mas- samoord in Bosnië veroordeeld is en ik kwam met een nogal extreem betoog waarom het niet verbazingwekkend is dat hij door sommigen als een held gezien wordt. Niemand aan tafel of in het publiek bleek daar een probleem mee te hebben. Natuurlijk niet, Bosnië is zo ver van ons bed. Ik keek om me heen, zoekend naar iemand die dezelfde vergelijking trok. Ik las geen herkenning op de gezichten van de mensen. Niemand. Hier lijkt het te gaan over een kinderfeest. Het conflict in Bosnië begon ook gewoon op een voetbalveld…
Ik liep naar huis, nog vol van wat er net gebeurd was. Om me heen zag ik alleen maar winkels, versierd voor het Sinterklaasfeest, een lange man met baard, een kleine man met pepernoten. Net alsof ik dat allemaal voor het eerst zag. Aan de andere kant van de straat zag ik een volle bakfiets met Zwarte Pieten. Weten zij wel wat wat zij die kinderen aan het leren zijn? Waar zijn ze mee bezig? Hoezo mocht Sylvana niet emotioneel worden over het feit dat er een stukje slavernij in de traditie bewust behouden blijft? Of over het feit dat men niet mag demonstreren daartegen? Belachelijk!!
Wow, wat voelt dat goed: Ik ben Nederlands!