Stel je voor: je bent gedwongen om je huis te verlaten en hebt, soms met gevaar voor eigen leven, duizenden kilometers gereisd, niet wetende waar je terecht kunt. Uiteindelijk vind je een veilige verblijfplaats in Nederland. Maar na de aanvankelijke opluchting volgen al snel nieuwe zorgen: hoe moet ik de taal leren? Waar kan ik werk vinden? Welke instanties kunnen me helpen? Bij BOOST, een lokale ontmoetingsplek in Amsterdam Oost, krijgen vluchtelingen antwoord op hun vragen.
‘Het is hier net een café,’ zegt een bezoeker als hij BOOST binnenloopt. Inderdaad, in het oude schoolgebouw aan de Ringdijk hangt een huiselijke en ontspannen sfeer. Aan de tafels in de gemeenschappelijke ruimte zijn buurtbewoners en vluchtelingen druk met elkaar in gesprek, onder het genot van een kom soep of een kopje koffie. Op die manier kunnen vluchtelingen niet alleen hun Nederlands oefenen, maar ook tips krijgen over bijvoorbeeld huisvesting en werkgelegenheid. Want wanneer brieven van officiële instanties geschreven zijn in het Nederlands, maar geadresseerd zijn aan mensen die de taal nog niet spreken, is een plaatselijk netwerk het perfecte hulpmiddel.

Vluchtelingen aan zo’n netwerk helpen is dan ook de insteek van BOOST, aldus Pieter de Jong. Als een van de initiatiefnemers en de penningmeester van BOOST stond hij aan de wieg van het project. ‘Het idee kwam bij ons op in september 2015, naar aanleiding van de vluchtelingenstroom,’ aldus De Jong. ‘Het initiatief ontstond vanuit Gastvrij Oost, een netwerk dat zich inzet voor vluchtelingen in Amsterdam Oost. We wilden graag structurele hulp bieden, onder meer door een eigen noodopvang, HOOST, in de Oosterparkbuurt te runnen. Toen vluchtelingen eenmaal gehuisvest waren, wilden we hen helpen met integreren. Dat deden we onder andere door vrijwilligers taallessen te laten geven in ons gebouw aan de Mauritskade.’
BOOST werkt volgens hetzelfde principe als HOOST (waar 31 Syrische vluchtelingen woonden): kleinschalige opvang in goed overleg met omwonenden. ‘Het moet een samenwerkingsverband zijn tussen vluchtelingen en buurtbewoners,’ legt De Jong uit. ‘Het stadsdeel bood ons dit schoolgebouw aan en wij hebben vanaf het begin de buurt erbij betrokken.’ Die aanpak viel in goede aarde bij de buurtbewoners. ‘De meeste mensen waren meteen heel positief,’ lacht De Jong. ‘Natuurlijk waren er ook mensen die eerst de kat uit de boom wilden kijken, maar toen ze hier eenmaal binnenkwamen en met vluchtelingen in gesprek gingen, hadden ze het al snel over contacten die nuttig konden zijn voor de nieuwkomers.’
Dat veel mensen het project steunen, blijkt wel uit het feit dat er ruim honderd vrijwilligers zijn die zich voor BOOST inzetten. De Jong: ‘Vergeleken met commerciële instellingen zijn we een relatief goedkoop initiatief. We zitten hier antikraak, dus we betalen geen huur. We betalen wel stookkosten en een vrijwilligerscoördinator. In de toekomst hopen we, met behulp van subsidies, meer parttime coördinators aan te nemen. Gelukkig worden we daarin uitstekend gesteund door de gemeente en het stadsdeel. Ook goede doelen dragen bij, zoals Stichting DOEN.’ Met BOOST heeft De Jong een duidelijke doelstelling voor ogen: ‘Wij willen dat iedere vluchteling in Oost tenminste tien Nederlanders in zijn of haar netwerk heeft.’
Maar netwerken opzetten is niet het enige wat BOOST doet. Het gebouw waarin de ontmoetingsplek gevestigd is, biedt vast onderdak aan vier Syriërs. Daarnaast worden er ook diverse cursussen gegeven, zoals Nederlandse en Arabische taalcursussen voor beginners én gevorderden. Voor die taallessen hebben zich meer dan 150 mensen aangemeld.

Een bijzondere cursus is de fietscursus voor vrouwen, georganiseerd door Nagla Elsayed. Toen ze Egypte 17 jaar geleden verruilde voor Nederland, aangezien haar man hier werkt, kon ze moeilijk wennen. ‘Daarom werk ik mee aan dit project,’ zegt Elsayed trots. ‘Ik heb gevoeld wat deze mensen voelen en ik weet wat ze nodig hebben: advies en een warme plek waar ze terecht kunnen met hun vragen.’ Inmiddels is ze zeer gelukkig in Nederland en hoopt ze met haar fietslessen anderen zich thuis te laten voelen.

Elsayed geeft die lessen wekelijks bij BOOST. Maar waarom alleen voor vrouwen? ‘Omdat mannen geen probleem hebben met fietsen,’ lacht Elsayed. ‘Vrouwen zijn bang om voor het eerst een fiets te besturen. Vaak zitten ze ook niet op de fiets, maar lopen ze.’ Maar zoals altijd baart oefening kunst: in Park Frankendael kunnen de cursisten van Elsayed rustig leren rijden, zonder zich zorgen te maken over druk verkeer.

Slagen de vrouwen voor het theorie- en het praktijkgedeelte van de cursus, dan ontvangen ze van Elsayed certificaten en bloemen. En in sommige gevallen een heel toepasselijk cadeau: een eigen fiets. Elsayed:
‘Ik probeer zoveel mogelijk tweedehandsfietsen te verzamelen, voor vrouwen zonder inkomen uit het asielzoekerscentrum.’
Mensen uit heel Amsterdam kunnen hun tweedehands fietsen aan Elsayed doneren. Zo zag Margreet Metze, een bewoonster van Oud-West, hoe haar rijwiel overhandigd werd aan een van de geslaagde cursisten. ‘Ik wilde hem niet verkopen, want ik was eraan gehecht,’ aldus Metze. Maar toen ze eenmaal van het initiatief van Elsayed hoorde, was haar keuze snel gemaakt. ‘Mensen die geen fiets kunnen kopen blij maken, dat voelt fantastisch.’ Daar is Elsayed het roerend mee eens: ‘Op deze manier kan ik iets geven. Ik kan gewoon niet stilzitten: als ik iets kan doen om te helpen, waarom dan niet?’
Ook Eyad Khamis uit Syrië blijft liever niet binnen zitten. De zoon van een Palestijnse vader en een Syrische moeder werkte afwisselend in Syrië en Dubai als organisator van evenementen en handelsbeurzen. Toen hij zijn baan in Dubai kwijtraakte, hoorde hij via vrienden daar over het leven in Nederland. Vanwege de oorlog in Syrië besloot hij de gok te wagen en in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen. ‘Gelukkig zijn er speciale groepen voor vluchtelingen op Facebook,’ vertelt Khamis. ‘Daardoor hoor je van elkaar waar je het beste naartoe kunt gaan.’
In oktober kwam hij bij BOOST. Khamis: ‘Ik leer hier Nederlands en help af en toe in het gebouw. Op korte termijn hoop ik een vaste routine te hebben: werk, de sportschool bezoeken, belasting betalen. Het is belangrijk dat ik iets kan terugbetalen aan de samenleving. Daarom hoop ik dat mensen me willen leren kennen en zien wat ik kan.’ Soms twijfelt hij over de toekomst: ‘Ik verwacht niet dat de situatie in Syrië snel verbetert. Ik en mijn vrouw zijn 5 jaar geleden getrouwd, tijdens de oorlog. We willen graag kinderen, maar in zulke onzekere omstandigheden beginnen we daar nog niet aan.’ Toch houdt hij hoop. ‘Ik kan niet anders,’ zegt hij met een glimlach. ‘Zonder hoop zou je gewoon sterven.’
Iedereen die bij BOOST actief is, hoeft niet te werken op een lege maag. Tijdens zogenaamde eat to meet-bijeenkomsten kunnen bezoekers niet alleen met elkaar in gesprek gaan, maar ook van een maaltijd genieten. Zo kookt Mohammad Alsaleh, een van de vier vaste bewoners van het gebouw, regelmatig groentesoep. Hij is vanaf het begin bij BOOST betrokken en speelt een cruciale rol in de keuken van de ontmoetingsplek.

In Syrië was Alsaleh namelijk kok. ‘Ik had daar drie restaurants,’ vertelt hij. ‘Twee ervan serveerden voornamelijk snacks, het derde was een volwaardig restaurant.’ Zijn tocht naar Nederland was lang: via Turkije en Griekenland reisde hij over de Balkan naar Oostenrijk, om vervolgens via Duitsland in Amsterdam te belanden. ‘Ik weet niet precies meer door welke landen ik allemaal ben getrokken, maar kort naar mijn aankomst hier kreeg ik hulp vanuit Gastvrij Oost. Toen dat netwerk eenmaal begon met BOOST, ben ik hier als kok aan de slag gegaan. Ik kookte eerst vijf keer per week, nu is dat drie keer omdat ik Nederlandse lessen volg.’
Over zijn vertrek uit Syrië wil Alsaleh niet veel loslaten. ‘Ik kan niet vertellen waarom ik gevlucht ben, want dan breng ik mijn familie mogelijk in gevaar. Maar mijn vrouw en drie kinderen willen hierheen komen. Misschien lukt dat eind deze maand al.’ En daarna? ‘In de toekomst hoop ik een Syrisch restaurant in Nederland te beginnen. De Nederlanders zijn vanaf het begin aardig en behulpzaam tegen me geweest, dus op die manier hoop ik wat terug te geven.’
UPDATE: enkele weken na het interview met Mohammad Alsaleh landden zijn vrouw en drie zoontjes op Schiphol. De familie hoopt nu gezamenlijk een nieuwe start in Nederland te kunnen maken.
Fietscursus voor vrouwen Boost Amsterdam, georganiseerd door Nagla Elsayed
Fotografie: ©Joris van Venrooij