In deze serie vertelt Saeed Al-Gariri over zijn ervaringen als vluchteling in Nederland. Reflecties vol humor en poëzie, waarin hij de balans probeert terug te vinden in zijn nieuwe leven.
Vlak voor het interview met de IND had ik verwacht dat het personeel van de IND niet zo heel aardig zou zijn. Veel asielzoekers zaten in de grote zaal te wachten op hun gesprekken; mannen, vrouwen en jongeren uit verschillende landen. De meesten kwamen uit Syrië. Van tijd tot tijd zagen we dat een medewerker met respect de naam van een asielzoeker noemde. Toen deze werknemer mijn naam uitsprak, ging ik naar hem toe. Hij schudde me beleefd de hand. Er was ook een tolk. Op weg naar de spreekkamer stopte hij en vroeg me: “Wil je koffie of thee?” Ik voelde me op een veilige plek.
Ambassadeur of asielzoeker?
Hij stelde binnen een paar uur veel vragen. Tijdens dit interview had ik tegenstrijdige gevoelens. Af en toe voelde ik me verdrietig. Ik wilde zelfs schreeuwen en huilen. De vragen riepen een diepe pijn in mij op. Ik proefde een bittere smaak. De stappen in de asielprocedure zijn niet eenvoudig. Jouw land is jouw land niet meer. Je hebt geen veilig land. Daarom ben je in Nederland. Je moet duidelijke antwoorden geven. Waarom ben je gekomen? En hoe? Je moet je verhaal tot in het kleinste detail uitleggen. Dus dat deed ik.
De medewerker vroeg heel precies naar alle details. Hij vroeg bijvoorbeeld: Wat is je probleem? Waarom heb je specifiek voor Nederland gekozen? Wat was je missie in de Zuidelijke Beweging al-Hirak? (1) Wanneer heb je besloten om het land te verlaten? Het waren lastige beslissingen geweest in mijn leven. En nu was ik gewoon een asielzoeker.
Ik vertelde hem dat ik met een heel andere status naar Nederland had kunnen komen. Als ambassadeur bijvoorbeeld. Dan had ik waarschijnlijk over de rode loper naar het Koninklijk Paleis kunnen lopen. Dit was mogelijk geweest, als ik met de Jemenitische dictator had samengewerkt. Maar gelukkig was ik tegen de dictatuur geweest. Het is één van de paradoxen van de Arabische regimes: terwijl de slechteriken ambassadeurs, ministers of presidenten worden, zoeken gerespecteerde mensen naar veilige plaatsen in andere landen. Ik was naar Nederland gekomen voor een veilige plek. Ik ben één van de mensen die liever in hun eigen land waren gebleven, maar ja…
Vluchteling of oorlogsmisdadiger?
Na dit tweede interview besloot de IND om nóg een extra interview af te nemen. “Het is een verhoor, dus je moet je goed voorbereiden. Sommige Afghaanse asielzoekers zijn naar de gevangenis gegaan. De Nederlandse justitie heeft ze voor oorlogsmisdaden in hun land veroordeeld”, zei mijn advocaat. Maar waarom wilden ze me wéér ondervragen? Omdat de Nederlandse autoriteiten kennis hadden genomen van schendingen van de rechten van burgers in Jemen.
Ze dachten dat ik misschien één van degenen was die dergelijke daden op zijn geweten had. Of dat ik een ondergeschikte bevel daartoe had gegeven, omdat ik één van de leiders was geweest van al-Hirak (2). Weliswaar was ik een academicus, maar men associeerde mij met de vreedzame verzetsbeweging. Ik geloofde immers in het Gramsci-concept van de ‘organische intellectuelen’ (3). Ik legde de advocaat uit dat mijn achtergrond vlekkeloos was en dat ik mijn gesprek daarom met vertrouwen tegemoet zag. Aan de andere kant was ik verdrietig en bezorgd. Ik vroeg me af: heb ik de dood in mijn land overleefd om in Nederland de gevangenis in te gaan? Ik ben geen crimineel, noch hier, noch daar. Echt, ik wist niet wat mijn lot zou zijn.
Gevangenis
Bijna zes maanden lang zat ik in het AZC, zonder dat de IND een beslissing nam. Tot de dag dat ik opnieuw ontboden werd voor een verhoor. Natuurlijk maakte ik me zorgen, maar ik lachte nog altijd en praatte met mijn mede-vluchtelingen en asielzoekers in de gemeenschappelijke woning.
De ochtend ging voorbij als een zieke schildpad. Nu was het middag. Mijn vriend zei tegen mij: “Maak je geen zorgen.” Ik wist dat hij ook ongerust was, maar probeerde me op mijn gemak te stellen. Hij zei lachend: “De gevangenis hier is altijd nog beter dan de dood daar.” Ik dacht aan de verschrikkelijke gevangenissen in Jemen en hoe ze daar gevangenen behandelden. Ik herinnerde me een collega die vanwege zijn politieke mening was gearresteerd. Ze stopten hem in een vuile cel. Heel klein, samen met zware criminelen. De politie probeert politieke gevangenen opzettelijk te vernederen. Toen we mijn collega bezochten, vertelde hij ons over de vreselijke weken in de cel, met dieven, criminelen en drugssmokkelaars. Mijn collega, 60 jaar, was hoogleraar (PhD natuurkunde in Frankrijk), maar in de gevangenis werd hij behandeld als een schadelijk insect.
Verblijfsvergunning en asiel
Terwijl ik aan de dag van morgen zat te denken, belde mijn advocaat rond 17.00 uur, om me te vertellen dat ik de volgende dag niet naar de ondervraging hoefde te komen. Met blijdschap zei zij: “Gefeliciteerd! Je krijgt vandaag een verblijfsvergunning en asiel als politieke vluchteling, de A-status!” Mijn advocaat was een slimme vrouw. Zij was overtuigd van de juistheid van mijn verhaal. Zij had de beslissing tot een derde verhoor gewraakt, omdat de datum van de sessie pas na zes maanden was gevallen. Dat was wettelijk niet toegestaan, zei ze. Eindelijk, ik heb een verblijfsvergunning! Morgen gaat mijn leven weer beginnen.
Noten:
1 – De al-Hirak- of Zuidelijke Beweging is een grote zuidelijke volksbeweging, die streeft naar hernieuwde onafhankelijkheid van Zuid-Jemen. Het zuiden, de Democratische Republiek Jemen, was een erkende staat van 1967 tot 1990.
2 – Ik was de leider van een politieke stroom van intellectuelen en academici in het zuiden.
3 – Antonio Gramsci (22 januari 1891 – 27 april 1937) was een Italiaanse marxistische filosoof en communistische politicus. Hij schreef over politieke theorie, sociologie en taalkunde. Hij was één van de oprichters en een leider van de Communistische Partij van Italië en werd gevangen gezet door het fascistische regime van Benito Mussolini.
Beeld: Rob Godfried