In haar afsluitende column over Mekonen beschrijft Tanja te Beek wat er door hem heengaat als hij hoort dat zijn vrouw en kind naar Nederland mogen komen, maar de gevaarlijke reis uit Eritrea nog moeten maken.
Eindelijk komt de brief van de IND waarin staat dat Mekonens vrouw en dochter naar Nederland mogen komen. Geweldig nieuws natuurlijk! Hier heeft hij zo lang op gewacht! Tegelijkertijd zorgt dit nieuws voor stress. Nederland vindt dan wel dat Mekonens vrouw en dochter naar Nederland mogen komen, maar ze zitten nog steeds in de gevangenis in Eritrea, en daar komen ze niet zomaar uit. En daarna moeten ze Eritrea nog uit zien te vluchten. Dat is moeilijk, gevaarlijk en duur. Als ze niet binnen drie maanden in Nederland zijn, sluit de IND de zaak. Dan moet Mekonen een nieuwe aanvraag doen. Achteraan aansluiten in de rij dus.
Mekonen doet wat hij kan om zijn vrouw en dochter vrij te krijgen. Maar hij kan niet veel doen vanuit Nederland. Ook Mekonens broer in Eritrea maakt zich veel zorgen over zijn schoonzus en nichtje. Zoveel, dat een kennis die hij tegenkomt, vraagt wat er met hem aan de hand is. Als de broer de situatie uitlegt, biedt de kennis direct aan geld te lenen om Mekonens vrouw en dochter vrij te kopen. Wow, wat geweldig! Een paar dagen later laat Mekonen me weten dat zijn vrouw en dochter uit de gevangenis zijn. Dat ging snel!
Gelukkig, dat is goed afgelopen. Wat een opluchting! Het is wel zaak dat de twee zo snel mogelijk het land verlaten, want de Eritrese overheid ziet ze nu als landverraders.
En daar gaan ze. Voor de tweede keer proberen hun geboorteland te verlaten. Hoe ze het doen, weten we niet, maar na drie dagen belt Mekonens vrouw vanuit Ethiopië. Het is gelukt! Ze zijn het land uit! Mekonen houdt die avond een klein feestje in zijn huis. Twee Eritrese buurvrouwen komen langs met hun kinderen. ‘De jongen is vijf jaar en springt en rent op de bank. Dat wil ik eigenlijk niet, want het is een mooie bank. Maar vandaag mag alles, want het is feest!’ vertelt Mekonen me uitgelaten aan de telefoon. Wat een emoties moet die man ondergaan!
Zijn vrouw gaat morgen naar een vluchtelingenkamp, een ‘AZC’, om zich te registreren. Zo, over de grootste drempel zijn ze heen. Nu komt het allemaal goed. Nu kan ze binnenkort naar Nederland komen.
Een paar weken later belt Mekonen me en zegt: ‘Ik ben heel verdrietig, maar ik weet niet waarom. Ik denk dat ik stress heb.’ Ik vind het heel knap dat hij dat zo goed onder woorden kan brengen, en ben heel blij dat hij dat ook dóét. ‘Dat is niet raar, na alles wat je hebt meegemaakt,’ zeg ik, ’Je vrienden hebben dat ook, ook al praten ze daar misschien niet over. Je mag me altijd bellen als je wilt praten omdat je verdrietig bent.’ We praten die avond heel lang en doen dat die week elke dag.
Zoals elke week komt taalmaatje Roos bij Mekonen op bezoek. Ze vraagt hoe het met hem gaat. ‘Goed’, antwoordt Mekonen, maar Roos ziet dat zijn gezicht iets anders vertelt. ‘Ik geloof je niet’, zegt ze, zonder er omheen te draaien. ‘En toen kwam er regen uit mijn ogen’, vertelt Mekonen me later. Zelfs als hij zich rot voelt, kan hij dat nog prachtig vertellen.
Alle namen zijn verzonnen.
Illustratie: Mahmoud Almasry
Wachtkamer Havenstraat – Tanja te Beek