Om maar meteen met de deur in huis te vallen: waarom betitelen de Europese media de situatie in Syrië als een burgeroorlog en die in Venezuela niet? Een paar weken geleden is er ook in Venezuela eentje begonnen, waarvan niemand weet hoe lang het gaat duren voor er een einde aan komt.
Maar waarom zou ik eigenlijk de situatie daar als een burgeroorlog beschouwen, als helemaal niemand anders dat tot nu toe heeft gedaan? Ben ik zo naïef of ben ik slechts op zoek naar een speciale manier om mijzelf van anderen te onderscheiden? Op basis van alle officiële beschrijvingen van de situatie in Syrië, kunnen we dat namelijk ook zonder aarzeling doen voor Venezuela: er woedt daar een heuse burgeroorlog. Er gebeurt daar nu precies hetzelfde als wat in 2011 in Syrië gebeurde. Het gaat opnieuw om een revolutie die zich tegen corruptie en tegen de zittende dictator keert, een revolutie vóór vrijheid, vóór een betere toekomst voor Venezuela. En president Maduro reageert daarop nu precies zoals Assad indertijd daarop in zíjn geval had gereageerd – alleen met minder geweld, met minder gemoord, met minder arrestaties, tenminste tot nu toe. Maduro betitelt de uitgebroken revolutie als een samenzwering, zoals Assad dat acht jaar geleden ook had gedaan, en ook Maduro heeft hulp gevraagd aan Rusland en China. Zelfs Iran en Hezbollah zijn zeer wel bereid om hem te steunen, en ze doen dat nu ook daadwerkelijk, tenminste in de media.
Wie de huidige situatie met die in Syrië anno 2011 vergelijkt, ziet eigenlijk weinig verschillen. Het zijn dezelfde oorzaken die toentertijd tot een opstand leidden, er bestaan dezelfde voorwaarden, dezelfde omstandigheden. Misschien werpt iemand nu tegen dat de situatie in Syrië veel verder uit de hand was gelopen, en uiteindelijk zelfs tot een regelrechte oorlog was geëscaleerd – en misschien klopt dat ook wel. Maar als we kijken naar de Europese en ook Nederlandse media, stuiten we toch overal op het gegeven dat de term ‘burgeroorlog’ kennelijk de enige titel is die het verloop van de gebeurtenissen in Syrië goed samenvat. Onder deze titel vat men mamelijk niet alleen de huidige situatie samen, maar in feite het heleverhaal vanaf het uitbreken van de ongeregeldheden in 2011.
Er wordt steeds weer gezegd dat in 2011 in Syrië een burgeroorlog begon. Een paar voorbeelden uit de krant volstaan. Op 10 februari 2016 stond in de NRC een lang, door vier Nederlandse journalisten geschreven artikel over Syrië, met de titel: “De tien vragen over Syrië die je niet durfde te stellen”.
De eerste zin ervan luidde meteen al: “In 2011 begon de burgeroorlog in Syrië”. Hieraan zie je al meteen dat de schrijvers met een conclusie komen voordat ze hun argumenten hebben gegeven, en dat betekent dat ze de lezer van tevoren aan een bepaalde kijk op de zaak willen helpen. Je gaat dus een artikel over het onderwerp ‘burgeroorlog’ lezen en niet over iets anders.
Die eerste zin had natuurlijk moeten luiden: “In 2011 begon de revolutie, voordat de situatie tot een soort van burgeroorlog escaleerde”. Om de lezer ervan te overtuigen waarom het toch echt om een burgeroorlog zou gaan, praatten de auteurs over duizenden “moslims” die na de arrestatie van een groot aantal jongeren de straat op waren gegaan. Maar die mensen waren de straat niet opgegaan, omdat ze moslim waren, maar als burgers – precies zoals nu het geval is in Venezuela.
Of neem een volgend artikel over Syrië, in Trouw, van 12 januari 2014, van de hand van Ghassan Dahhan, onder de titel: “waarom Assad moet winnen”. Ook Dahhan had het weer ook over een burgeroorlog, en stelde vragen over de oplossing. Misschien had Dahhan het gewoon niet door, of misschien steunde hij wel Assad. Het is alsof iemand Maduro steunt, en dan als een soort Dahhan over een jaar een artikel gaat schrijven onder de titel: “waarom Maduro moet winnen?” En dan als antwoord komt met: “Omdat in Venezuela een burgeroorlog woedt”.
Ook op tv gebruiken alle nieuwslezers, verslaggevers en analisten steeds weer dat ene woord ‘burgeroorlog’ als ze het over Syrië hebben. Neem het Jeugdjournaal van vrijdag 9 november 2018, dat een reportage bevatte over de situatie van Syrische kinderen, zowel in diverse plekken in Syrië zelf als in een vluchtelingenkamp in Jordanië. In die reportage werd uitgelegd hoe moeilijk het wel niet voor die Syrische kinderen was om te overleven, en hoezeer ze onze hulp nodig hadden. Hij kwam op stand op basis van een rapport van UNICEF, het kinderfonds van de Verenigde Naties, maar het Jeugdjournaal had er enige uitleg aan toegevoegd om de kinderen in Nederland beter te kunnen informeren over de hele situatie in Syrië. Dat ging op heel eenvoudige wijze als volgt: “Al in 2011 begon de oorlog in Syrië. Verschillende partijen kwamen toen in opstand tegen de president van het land, Assad”.
De grafiek die tijdens die uitleg op het scherm verscheen, suggereerde dat het vanaf het begin om een echte oorlog ging, en dat Assad toen al door gewapende partijen was aangevallen. En vervolgens kregen we beelden van IS te zien, dat pas in 2013 is ontstaan. In 2011 had nog geen mens ooit van IS gehoord, maar de grafiek toonde bij het jaar 2011 een beeld van IS, alsof IS al in 2011 bestond en ook nog eens toen al samen met de rebellen tegen Assad vocht.
Dit vormt een grove feitelijke onjuistheid, en daarmee een ernstige vorm van desinformatie. Op die grafiek volgde bovendien ook nog eens een video-opname van de gebombardeerde gebieden, waarin gesteld werd dat die groepen van zojuist met het geweld zouden zijn begonnen, en dat het niet op het conto van de troepen van Assad kwam.
Dan, als vierde en laatste voorbeeld, de aflevering van Nieuwsuur van zondag 15 juli 2018, waarin ook Syrië ter sprake kwam. Het ging ditmaal specifiek over de ‘Witte helmen’, volgens het tv-programma vrijwilligers die slachtoffers van deze bloedige ‘burgeroorlog’ helpen redden. Ter sprake kwam wat er toen in Daraa was gebeurd – alleen: was er in dat gebied wel echt sprake van een burgeroorlog, en zo ja, tussen wie en wie dan wel?
Eigenlijk is wat er in Syrië gebeurt weliswaar helemaal geen burgeroorlog, maar goed, het is natuurlijk ook allemaal erg ingewikkeld voor buitenlandse journalisten. Alleen was in Daraa de situatie toen juist wel zeer duidelijk. Als ‘vijanden’ werden echter de burgers zelf neergezet, inclusief het Syrische vrije leger, omdat het de vijanden van Rusland waren. De onderhandelingen werden dan ook met Rusland gevoerd. Het Syrische regime speelde daarbij eigenlijk geen rol van betekenis, iedereen moest gewoon afwachten wat Poetin zou besluiten.
Vanaf het allereerste begin van de revolutie in 2011, had Iran zich er eerst via Hozbalah, een vanuit Teheran aangestuurde Libanese partij, en vervolgens direct mee bemoeid, tot het jaar 2015. Vanaf dat moment begon Rusland de hoofdrol te spelen, en sindsdien veranderde het conflict in feite in een oorlog tussen het Syrische volk en Rusland, plus de terroristische groeperingen die bij Assad en Iran hoorden. Hoe ingewikkeld dat laatste in de praktijk ook mag liggen, dat leidt niet tot een ‘burgeroorlog’. Je kunt voor wat in Syrië plaatsvindt een keur van termen gebruiken, maar niet die van ‘burgeroorlog’, tenzij je in de veronderstelling verkeert dat Syrië en Rusland één land zouden vormen.
In het Arabisch is de naam van beide landen weliswaar toevallig vrijwel gelijk – het scheelt maar één letter – maar alleen als het echt om één land zou gaan, zouden we over een burgeroorlog kunnen praten. In alle andere gevallen kunnen we dat toch echt niet, omdat tussen twee verschillende landen nooit van een burgeroorlog sprake kan zijn. Kortom, als je de situatie in Syrië van 2011 al als een burgeroorlog beschrijft, dan moet je dat ook voor de huidige situatie in Venezuela doen, en misschien zelfs, op basis van diezelfde criteria, voor die met de gele hesjes in Frankrijk.
Wat in Syrië heeft plaats gevonden en nu nog steeds plaatsvindt, is een soort van genocide. Het is in feite een oorlog tégen burgers, en niet eentje tússen burgers, en daarmee geen burgeroorlog.
Waardeer dit artikel!